Toelichting en inkijk lexicon
January 19, 2018 | Author: Anonymous | Category: N/A
Short Description
Download Toelichting en inkijk lexicon...
Description
johan murre
LEXICON nieuwe testament
alle Griekse woorden in het Nieuwe Testament: betekenissen, grammaticale vormen én hun Hebreeuwse en Aramese equivalenten
met een alfabetische woordenlijst Hebreeuws/Aramees - Grieks
In ons leven van alle dag worden woorden gebruikt als middelen om bedoelingen over te brengen. In de Bijbel is spreken handelen en is het woord meer dan een uitdrukkingsmiddel; het is een voertuig van goddelijke kracht, het mysterie van de schepping.
Abraham Joshua Heschel in ‘God zoekt de mens’ een filosofie van het jodendom
Inhoud Woord vooraf
7
Beknopte gebruiksaanwijzing
9
Lijst van afkortingen
13
Lexicon
17
Woordenlijst Hebreeuws/Aramees – Grieks
849
Lijst van aangehaalde Hebreeuwse/Aramese tekstgedeelten
957
Verantwoording
971
Literatuurlijst
973
7
Woord vooraf
Dit Lexicon is geschikt voor iedereen die zich – beroepsmatig of uit liefhebberij – wil verdiepen in de grondtalen van de Bijbel, het Hebreeuws, Aramees en het Grieks. Het bevat alle Griekse woorden – ook in hun vervoegde of verbogen vorm – van het Nieuwe Testament. Bij elk woord treft men een grammaticale aanduiding aan, zoals de woordsoort en eventueel naamval, geslacht, getal, enz. Daar‐ naast komen de volgende gegevens erin voor: • • • • • • •
De algemene betekenis van elk woord in het profane Grieks De Hebreeuwse en Aramese equivalenten met hun betekenissen in het Oude Testament De betekenissen van de woorden in het Nieuwe Testament Alle voorkomende vervoegingen en verbuigingen van een woord Verwijzingen en vindplaatsen in de Bijbel Een alfabetische woordenlijst van Hebreeuwse en Aramese woorden met verwijzing naar hun Griekse equivalent Een overzicht van alle aangehaalde Hebreeuwse en Aramese tekstgedeelten.
Er is veel zorg besteed aan de vormgeving en de uitvoering. Door de lemma’s te laten uitspringen en elk onderdeel van de tekst te beginnen met de vetgedrukte aanduiding Alg, LXX of NT kan men snel vinden wat men zoekt. Ook de Griekse letters die onderaan de bladzijden staan bevorderen het snel en gemakkelijk opzoeken van een lemma. Dit werk is tot stand gekomen door medewerking van velen. Dank ben ik verschuldigd aan mijn stu‐ denten van de cursussen Bijbels Grieks en Hebreeuws. Vaak hebben ze mij gewezen op taal‐ en an‐ dere fouten. De Lexicon heeft in deze kringen in haar nog niet uitgegeven vorm haar waarde alle vele malen bewezen. In het bijzonder dank ik mijn corrector Bram Laport voor zijn vele waardevolle ad‐ viezen en opmerkingen en zijn nauwkeurige en vlotte correctie. Ook gaat mijn dank uit naar Pieter Oussoren, die zo vriendelijk was er een aanbeveling voor te schrijven en naar Jan de Vlieger, die door zijn enthousiasme mij steeds stimuleerde om verder te gaan. Bij een Lexicon is het niet mogelijk om naar volledigheid te streven. Er zullen altijd hiaten en leemtes zijn. Ondanks alle zorg blijft het voor verbetering vatbaar. We houden ons voor uw commentaar en suggesties aanbevolen. De waarde van dit werk ligt vooral in het feit dat voor het eerst een boek in het Nederlands is ver‐ schenen waarin de Griekse, Hebreeuwse en Aramese woorden bij elkaar worden gebracht. Ik hoop dat deze Lexicon daarom voor veel mensen een grote steun zal zijn in hun studie van de Bijbelse ta‐ len. Middelburg, januari 2009, Johan Murre
8
Sommige mensen hadden eerder geboren moeten zijn! Als Johan Murre dit gigantische woorden‐ boek tussen 1965 en 1969 had voorbereid en vrijgegeven, had ik het op z’n laatst toen ik in 1972 predikant werd in de Zaanstreek cadeau gekregen en had het mijn pogingen om voor elke zondag een stukje Bijbel opnieuw te vertalen begeleid met vurige aanmoedigingen, grote helderheid en ultieme duidelijkheid. De collega’s aan de Zaan zouden er ook allemaal mee gewerkt hebben, en ik denk dat menigten nieuwsgierige gelovigen en ongelovigen het ook aangeschaft zouden hebben: om de Griekse grondteksten van de Schrift te bestuderen is het voor het eerst voldoende om Nederlands te lezen en Hebreeuwse en Griekse letters! Dan kom je met dit lexicon overal! Mijn leven tot nu toe zou een stuk eenvoudiger geweest zijn. Maar niet getreurd om wat niet geweest is. Vanaf nu is ‘de Murre’ er, en ik wens die toe in de han‐ den van een ieder die met enig fundament iets over het Nieuwe Testament en het geheel van de Bijbel wil zeggen en eerst in een eigen vertaling de tekst tot zich wil laten spreken. Johan Murre mag God op zijn blote knieën danken dat hij deze mega‐arbeid in nog geen vier jaar heeft kunnen verrichten, en als plaatsen in de hemel verdiend konden worden dan hadden de wer‐ kers van Uitgeverij Skandalon die al veroverd: opnieuw een boek dat eigenlijk niet ‘kan’ maar er toch, ondanks crises en geruchten van crises, is gekomen. Hoe moet ik het verder nog aanbevelen? Mis‐ schien zo: ‘om economie, theologie en cultuur een stimulans te geven, opent de Minister van Finan‐ ciën een postbusnummer waar gratis exemplaren van De Murre kunnen worden aangevraagd’. Kanazondag 2009 Pieter Oussoren
9
Beknopte gebruiksaanwijzing vet gedrukt: trefwoord in de onvervoegde of onverbogen vorm grammaticale aanduiding (cursief) verwijzingsteken naar woorden in de lexicon (pijl) profane algemene Griekse betekenis (altijd cursief)
evponoma,zw ww. Bestaat uit → evpi, en → ovnoma,zw, noemen. Alg Betekenis: (be)noemen, als naam geven, aanspreken, uitspreken. Pss: een bijnaam hebben. LXX vertaalt hiermee: 1. arq, noemen, Gn 4:17,25,26, 5:2,3,29, 21:31, Ex 2:10,22, 17:7, eap. 2. ~yf, vestigen (naam), Dt 12:5, 2Kr 12:13. 3. bqn, aantasten (van de Naam), Lv 24:11. 4. rkz, gedenken, Ex 20:24. NT Betekenis: een (bij)naam geven, pss: een naam dragen. Alleen Rm 2:17. afkortingen: zie lijst van afkortingen. vervoegde vorm van een werkwoord grammaticale aanduiding
evpopteu,ontej ww.part.prs.act.nom.mnl.mv. → evpopteu,w
evpopteu,w ww. Bestaat uit → evpi, en ovpteu,w = → o``ra,w, zien. Alg Betekenis: 1. Aanschouwen, toe‐ zicht houden op, wacht houden. 2. Bezoeken, straffen. 3. De hoogste graad van inwijding be‐ zitten of verwerven. LXX Komt niet voor. NT Be‐ tekenis: toezien op, aanschouwen, opmerken: 1Pt 2:12, 3:2. □
Hebreeuwse equivalenten uit de LXX met betekenis sen (altijd cursief) en tekstverwijzingen Betekenissen in NT (altijd cursief) met tekstverwij‐
zingen
verwijzing naar het hoofdwerkwoord
een nummer voor elke betekenis, soms met on‐
derverdeling in a, b, c, enz.
het behandelde ww (hier: evpopteu,w) komt niet voor in LXX
Nadere toelichting: Van alle Hebreeuwse, Aramese en Griekse woorden en tekstgedeelten staat de Nederlandse verta‐ ling er onmiddellijk achter, zodat de Lexicon ook goed bruikbaar is voor degene die deze talen niet machtig is. Alle afkortingen uit deze Lexicon staan in de onmiddellijk hierna volgende Lijst van afkortingen. Sommige wat minder bekende grammaticale afkortingen worden aan het einde van die lijst kort toe‐ gelicht. Deze afkortingen zijn in de lijst met * gemerkt. Na de grammaticale aanduiding staat meestal de herkomst of afleiding van het woord vermeld met een verwijzing naar een ander stamwoord. Als dit stamwoord in de onmiddellijk voorafgaande of volgende bladzijde aan de orde komt wordt de betekenis er niet bij vermeld. Als het stamwoord niet
10
in de Bijbel voorkomt óf als het niet in de onmiddellijke nabijheid van het te behandelen woord staat, wordt de betekenis wel vermeld. Alg Betekenis: onder deze noemer staat de min of meer uitgebreide profane betekenis van het Griekse woord met de nadruk op de betekenis(sen) in de Griekse oudheid. Bij sommige woorden wordt een korte toelichting gegeven. De uitdrukking ‘LXX vertaalt hiermee’ is eigenlijk niet helemaal juist. De Hebreeuwse tekst die de vertalers van de LXX omstreeks 200 vóór het begin van onze jaartelling voor zich hadden, is ons niet bekend. Bovendien waren hun teksten niet van klinkertekens voorzien. Wij moeten het doen met de Masoretische tekst van ca het jaar 1000 van onze jaartelling, die wel gevocaliseerd is. Ieder die He‐ breeuws kent, weet dat verschil van vocalisatie tot een afwijkende betekenis kan leiden. Daar komt nog bij dat de vertalers van de LXX geschreven handschriften voor zich hadden en geen gedrukte tekst zoals wij die kennen. Het is bekend dat er tussen diverse Hebreeuwse medeklinkers subtiele verschillen bestaan. Een minder duidelijk geschreven dalet kan gemakkelijk voor een reesj worden aangezien, een hee voor cheet, een nun voor een gimel en omgekeerd. Het is daarom niet altijd dui‐ delijk waarom LXX kiest voor een bepaald Grieks woord, terwijl er op grond van de Masoretische tekst iets geheel anders wordt verwacht. Lazen de vertalers van de LXX in dat geval iets anders? Ik geef dit aan met een vraagteken (?). Soms vermeld ik: ‘mogelijk leest LXX hier …..’ om aan te geven hoe een verschil tussen LXX en MT zou hebben kunnen ontstaan. Een andere mogelijkheid is dat ik een tekstgedeelte van MT naast die van de LXX zet, zodat men zelf kan vergelijken. Voorbeeld (zie bij evrga,zomai): In Jb 24:6 MT staat WvQel;y,> zij hielden napluk. LXX: kai. avsiti. hvrga,santo, en zij werkten zon‐ der voedsel. Al met al gebruik ik toch de uitdrukking ‘LXX vertaalt hiermee’ omdat ik geen betere kan bedenken. Een apart probleem is de nummering van hoofdstukken en teksten. Tussen LXX en MT bestaan soms grote verschillen. Dat is vooral het geval bij het boek van de profeet Jeremia, de hoofdstukken 24‐50. Maar ook in Exodus, 1Koningen en Psalmen en andere boeken correspondeert de indeling in hoofd‐ stukken en/of tekstnummering niet altijd met de meeste gangbare Bijbels. Ik heb dat als volgt weer‐ gegeven: Ps 45(46):4, 1Ko 21(20):6, Jr 28(35):8. Voor degene die gebruik maakt van SV, NBG, NB, NBV (de Bijbelvertalingen die ik voor deze Lexicon meestal citeer) is het hoofdstuk of vers dat tussen haakjes staat het belangrijkste. Men zoeke dus op: Ps 46:4, 1Ko 20:6, Jr 35:8. Tekstverwijzingen: als een woord slechts eenmaal voorkomt staat er meestal: ‘Alleen in…’. Komt het slechts enkele malen voor dan worden alle teksten genoemd. Meestal is dat echter niet doenlijk. In dat geval staat er eap (en ander plaatsen, dwz een beperkt aantal van ca 10) of evap (en vele andere plaatsen, dwz een zeer groot aantal). Bij mijn keuze van de teksten uit de Tenach heb ik zoveel moge‐ lijk de voorkeur gegeven aan de Tora, omdat dit de kern van de Tenach is. Als een woord alleen in de apocriefen voorkomt, wordt dat altijd vermeld. Bij de verwijzing naar Hebreeuwse equivalenten nummer ik de betekenissen. Daarbij plaats ik meest‐ al de Hebreeuwse woorden die dezelfde wortel hebben onder één nummer. Het komt voor dat een woord wel in LXX voorkomt, maar dat er geen (duidelijk) Hebreeuws equivalent voor is aan te wijzen in te tekst. Dit wordt dan vermeld. Bij de betekenissen van de Hebreeuwse woorden moet men er rekening mee houden dat éénzelfde woord op diverse plaatsen een iets andere betekenis kan hebben, doordat het bijvoorbeeld in een
11
andere stamformatie staat. Men kan dan ook verschillen in betekenis tegenkomen, die voor een niet‐ kenner van het Hebreeuws soms vreemd aandoen. Zo kan men van xtP de betekenis tegenkomen van openen (van het oor) (avkou,w), losmaken (evkdu,w), het zwaard trekken of ontbloten (evkkai,w). In alle drie de gevallen is het niet moeilijk om de grondbetekenis openen terug te vinden. Bij de betekenissen heb ik zoveel mogelijk de vertaling van de Naardense Bijbel (NB) van Pieter Ous‐ soren gebruikt, omdat deze zeer brontekstgetrouw is en soms prachtige woordvondsten heeft. Daar‐ naast vermeldde ik ook vaak andere vertalingen mn van de NBG en SV en in veel mindere mate van NBV. Bij sommige moeilijk te vertalen woorden heb ik vaak van deze vier vertalingen de weergave vermeld. Bij de betekenissen staat soms een woord tussen haakjes om het hoofdwoord binnen de context te verduidelijken. Meestal staat dit woord niet cursief. Het behoort niet tot de wezenlijke betekenis van het woord en kan door een ander vervangen worden. Alleen de volgende zaken worden cursief vermeld: • alle grammaticale aanduidingen • alle woordbetekenissen • alle vertalingen van in het Hebreeuws, Aramees en Grieks aangehaalde woorden en Schrift‐ gedeelten. Tenslotte: • Varianten zijn zoveel mogelijk opgenomen, maar niet uitgewerkt. Er wordt verwezen naar het hoofdwoord. • Eigennamen en hun verbuigingen staan niet in een aparte lijst, maar zijn tussen de andere woorden opgenomen. • Bij zelfstandige naamwoorden (znw) staat de genitiefuitgang en het lidwoord (lw) om de de‐ clinatie en het geslacht aan te geven. • De bijvoeglijke naamwoorden (bnw) worden altijd weergegeven in de nom.mnl.ev (dus ook als deze vorm niet in de Bijbel voorkomt). Daarachter staat altijd de vrouwelijke en/of de on‐ zijdige uitgang vermeld om de declinatie aan te geven. • Het ww staat meestal in de 1e p.ev. De eerste persoon wordt niet meer apart vermeld, tenzij hij ervan afwijkt, zoals bij de werkwoorden die eindigen op –ew, ‐aw en ow. • In de alfabetische volgorde van de Griekse woorden is geen onderscheid gemaakt tussen de letters met spiritus lene en spiritus asper. • Het kan voorkomen dat een woord tweemaal wordt vermeld: eenmaal als bnw, eenmaal als znw (zie e;rhmoj), od. • De Hebreeuwse woorden waarnaar verwezen wordt onder ‘LXX vertaalt hiermee’ worden meestal weergegeven in de onvervoegde of onverbogen vorm. Men moet er rekening mee houden dat het Grieks soms een znw vertaalt als bnw of een part als een znw, enz. Ik hoop dat met deze handleiding de Lexicon voldoende toegankelijk is voor veel gebruikers. Middelburg, april 2009, Johan Murre
13
Lijst van afkortingen BIJBELBOEKEN TORAH Gn Ex Lv Nm Dt PROFETEN Jz Ri 1Sa 2Sa 1Ko 2Ko Js Jr Ez Hs Jl Am Ob Jn Mi Na Hk Zf Hg Zc Ml GESCHRIFTEN Ps Sp Jb Hl Ru Kl Pr Es Dn Ezr Nh 1Kr 2Kr EVANGELIE + Mt Mc Lc Jh
Genesis Exodus Leviticus Numeri Deuteronomium Jozua Richteren 1 Samuël 2 Samuël 1 Koningen 2 Koningen Jesaja Jeremia Ezechiël Hosea Joël Amos Obadja Jona Micha Nahum Habakuk Zefanja Haggaï Zacharia Maleachi Psalmen Spreuken Job Hooglied Ruth Klaagliederen Prediker Ester Daniël Ezra Nehemia 1 Kronieken 2 Kronieken HANDELINGEN Matteüs Marcus Lucas Johannes
Hn BRIEVEN Rm 1Co 2Co Gl Ef Fp Co 1Th 2Th 1Tm 2Tm Tt Fm Hb Jk 1Pt 2Pt 1Jh 2Jh 3Jh Jd Op APOCRIEFEN Bl Jdt Ws JSr 1Mk 2Mk 3Mk 4Mk PSs Su Tb
BIJBELS Handelingen
LXX MT
Romeinen 1 Corinthiërs 2 Corinthiërs Galaten Efeziërs Filippenzen Colossenzen 1 Thessalonicenzen 2 Thessalonicenzen 1 Timoteüs 2 Timoteüs Titus Filemon Hebreeën Jakobus 1 Petrus 2 Petrus 1 Johannes 2 Johannes 3 Johannes Juda
NB NBG
Openbaring
Bel Judith Wijsheid Jezus Sirach 1 Makkabeeën 2 Makkabeeën 3 Makkabeeën 4 Makkabeeën Psalmen van Salomo Susannah Tobias
NBV
SV WB NT
Septuaginta Masoretische tekst, de Hebreeuwse Bijbel Naardense Bijbel Nederlands Bijbelgenootschap 1951 Nederlands Bijbelgenootschap/KBS 2004 Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe Testament
OVERIG acc * act afk av‐intens * aor av‐priv * Aram awvnw bep bijz bnw btrbnw btrvnw bw bv bzvnw caus * coll comb corr * cs cs * dat * dep * di dwz
accusativus actief afkorting a‐intensivum aoristus a‐privatief Aramees aanwijzend voornaamwoord bepaald(e) bijzonder bijvoeglijk naamwoord betrekkelijk bijvoeglijk naamwoord betrekkelijk voornaamwoord bijwoord bijvoorbeeld bezittelijk voornaamwoord causatief collectivum combinatie correlatief voornaamwoord consorte constructusvorm dativus deponentium dit is dat wil zeggen
14
eap ed eea eig * ev evap fig fut * gbw gebr gen * Hebr hi * hitp * ho * iha impf ind inf inf.abs * inf.cs * intr * ipv itt ivm km Lat m maw mbt med * min mn mnl
en andere plaatsen en dergelijke een en ander eigennaam enkelvoud en vele andere plaatsen figuurlijk futurum gebiedende wijs gebruik genitivus Hebreeuws(e) hif’il hitpa’el hof’al in het algemeen imperfectum indicativus infinitief infinitief absolutus infinitief constructus intransitief in plaats van in tegenstelling tot in verband met kilometer Latijn(s) midden met andere woorden met betrekking tot medium minuut, minuten met name mannelijk
mv ni * nl nom * nota acc* oa od onb.tw onb.vnw ondersch oorpr opt * overdr * p par part Perz pi * pilp * pss * pf plusq * prs priv * pt pu * pvnw refl rtw sub *
meervoud nif’al namelijk nominativus nota accusativus onder andere of dergelijke onbepaald telwoord onbepaald voornaamwoord onderschikkend oorspronkelijk optativus overdrachtelijk persoon parallelle plaatsen participium of deelwoord Perzisch pi’el pilpel passivum perfectum plusquamperfect praesens of tegenwoordige tijd privatum partikel pual persoonlijk voornaamwoord wederkerend of wederkerig rangtelwoord subjunctivus
tav tm tov trans * tw twp v vdgj vgl vnw
voc * vr vrbw vrvnw vs vv vw vwb vz vzs ws wvnw
ww zelfst gebr znw
ten aanzien van tot en met tegenovergestelde van transitief bepaald telwoord tussenwerpsel en volgend vers vóór de gangbare jaartelling = voor Chr vergelijk voornaamwoord of voornaamwoordelijk gebruik vocativus vrouwelijk vragend bijwoord vragend voornaamwoord vers en volgende verzen voegwoord voor wat betreft voorzetsel voorzetsels waarschijnlijk wederkerig of wederkerend voornaamwoord werkwoord(en) zelfstandig gebruikt zelfstandig naamwoord
* Toelichting bij enkele afkortingen (alfabetisch) Acc = accusativus of 4de naamval. av‐intens = a‐intensivum: de betekenis van een stamwoord kan worden versterkt door er een a (alfa) voor te plaatsen. av‐priv = a‐privatief: de positieve betekenis van een stamwoord verandert in een negatieve door er een a (alfa) voor te plaatsen. Caus = causatief of oorzakelijk: wordt bv gezegd van een werkwoord dat het laten gebeuren van een handeling uitdrukt.
Corr = Correlatieve voornaamwoorden zijn onderling betrekkelijke voornaamwoorden. Door een kleine verandering aan het begin van het woord krijgen ze een vragende, aanwijzende of betrekkelijke betekenis: Vgl: wie? (vragend), die (aanwijzend, betrekkelijk) wordt: wie ook maar, iemand (onbepaald betrekkelijk, onbepaald). Cs = constructusvorm of status constructus, een tweede naamvalsvorm in het Hebreeuws. Dat = dativus of 3e naamval.
15
Dep.med of dep.pss = deponentium medium/passivum, een werkwoord dat geen actieve vorm heeft, maar wel een actieve betekenis. Ze hebben als het ware hun mediale of passieve betekenis afgelegd (Lat: deponere). Eig = eigennaam. Hieronder vallen in deze Lexicon alle namen van personen, aardrijkskundige en andere namen ook als ze bijvoeglijk worden gebruikt. Fut = futurum: de toekomende tijd. Gen = genitivus of 2e naamval Hi = hif’il, een Hebreeuwse stamformatie van het werkwoord, die causatieve betekenis heeft en die vaak met behulp van laten of doen wordt vertaald. Hitp = hitpa’el, een Hebreeuwse stamformatie met reflexieve betekenis van het werkwoord in de pi’el. Ho = hof’al, een Hebreeuwse stamformatie met passieve betekenis van het werkwoord in de hif’il. Inf.abs = infinitief absolutus: een aanduiding voor de infinitief in het Hebreeuws. Inf.cs = infinitief constructus: wordt in het Hebreeuws oa gebruikt om de betekenis een werkwoord van dezelfde wortel te versterken of voor de gebiedende wijs. Intr = intransitief: onovergankelijk werkwoord. Zie bij trans. Med = medium: wordt vaak wederkerende vorm genoemd, maar deze term dekt niet gehele lading. Het medium geeft aan dat het subject (onderwerp) in dat wat hij/zij/het doet gericht is op zichzelf. In de vertaling is het niet altijd goed weer te geven. Ni = nif’al: een Hebreeuwse stamformatie met passieve of reflexieve betekenis van het werkwoord in de qal.
Nom = nominativus of 1e naamval. Nota acc = nota accusativus: staat in het Hebreeuws vóór het lijdend voorwerp en is onvertaalbaar. Opt = optativus: komt niet voor in het Nederlands. Drukt de wenselijkheid van een gebeuren uit: moge het zo zijn. Overdr = een overdrachtelijke betekenis is een metaforisch, zinnebeeldige, oneigenlijke betekenis. Vb: sa,loj betekent lett deining (zee), overdr: onrust, verwarring. Pi = pi’el: een Hebreeuwse stamformatie met vaak versterkte betekenis van het werkwoord. Pilp = pilpel: een zeer sporadisch voorkomende stamformatie in het Hebreeuws. Pss = passivum: wordt gebruikt als er iets met het niet handelende subject (onderwerp) gebeurt. Vaak vertaald met behulp van worden of zijn. Plusq = plusquamperfect (lett: méér dan het perfectum): de voltooid verleden tijd, in het Nederlands: ik had geroepen, ik was gegaan. Priv = privatum. Zie av‐priv. Pu = pu’al, een Hebreeuwse stamformatie met passieve betekenis van het werkwoord in de pi’el. Sub = subjunctivus, ook wel conjunctivus of aanvoegende wijs. Geeft een mogelijkheidsgebeuren of wenselijkheid aan: Leve de koningin! Trans = transitief of overgankelijk. Wordt gezegd van een werkwoord dat een lijdend voorwerp en soms ook een meewerkend voorwerp bij zich kan hebben. Zie ook Intr. Voc = vocativus, een naamval die de aangesproken persoon aangeeft.
LEXICON va n b i j b e l s e woo rd e n
In den beginne was het Woord En het woord was bij God En het woord was God. Dit was in den beginne bij God. Johannes 1:1,2 (NBG)
z Z
dagen verlengen, LXX heeft makro.n cro,non zh,setai, (tot in) verre tijden zal hij leven. NT Bete‐ kenis: leven: 1. Van God: a. Itt tot afgoden: Hn 14:15, 2Co 6:16, 1Th 1:9. b. Zonder die tegenstel‐ ling: Mt 16:16, 26:63, Jh 6:57, eap. c. In de eed‐ formule zw/ evgw,, zo waar ik leef, Rm 14:11. 2. Van Christus: a. Vóór zijn opstanding: Mt 27:63, Jh 6:57. b. Na de opstanding: Mc 16:11, Lc 24:5, Hn 1:3, 25:19, Rm 6:10. In de laatste tekst staat o] de. zh/|( zh/| tw/| qew/|, sinds hij leeft, leeft hij voor God. Verder: Hb 7:25, Op 1:18, 2:8. 3. Van mensen: a. Van het aardse bestaan (itt tot de dood): Mt 9:18, Mc 5:23, Hn 9:41, 17:28, 20:12, eap. Zie ook Mt 4:4: ouvk evpV a;rtw| mo,nw| zh,setai o` a;nqrwpoj, niet van brood alleen zal de mens leven. b. Van de le‐ venswijze: zh/n avsw,twj, reddeloos, losbandig leven: Lc 15:13, evqnikw/j kai. ouvci. VIoudai?kw/j zh/|j, op hei‐ dens wijze en niet op Judeese wijze: Gl 2:14, e;zhsa Farisai/oj, ik heb geleefd als farizeeër: Hn 26:5, pa,ntej de. oi` qe,lontej euvsebw/j zh/n, allen die vroom willen leven: 2Tm 3:12, Tt 2:12. Zie ook: niet meer voor zichzelf leven: 2Co 5:15, voor God leven: Gl 2:19, uit Geestkracht leven: Gl 5:25, voor de ge‐ rechtigheid leven: 1Pt 2:24, in de zonde leven: Rm 6:2, in het vlees leven: Rm 8:12,13, Gl 2:20, uit het geloof leven: Rm 1:17. c. Leven itt zwak en krach‐ teloos zijn: 2Co 13:4, 1Th 3:8. d. Het geestelijke en eeuwige leven: Lc 10:28, Jh 5:25, 6:51,58, Rm 8:13, Fp 1:21, 1Th 5:10, 1Jh 4:9, Op 3:1. 4. Fig en overdr van onbezielde voorwerpen: o` a;rtoj o` zw/n, het brood des levens: Jh 6:51, u[dwr zw/n, levend water: Jh 4:10, 7:38 evlpi.j zw/sa, levende hoop: 1Pt 1:3, zw/n ga.r o` lo,goj tou/ qeou, want het woord van God is levend: Hb 4:12 (zie ook Hn 7:38), o`do.j zw/sa, een levende weg: Hb 10:20, li,qoj zw/n, li,qoi zw/ntej, een levende steen en levende stenen: 1Pt 4:5. Zebedai/on eig.acc.mnl.ev. → Zebedai/oj Zebedai/oj, ‐ou o`` eig.nom.mnl.ev. Griekse vorm van de Hebreeuwse naam yd:bz. ,: Zebedeus, naam van de vader van Jezus’ leerlingen Jakobus en Johannes, Mt 4:21, 20:20par. Betekenis: geschenk van de Eeuwige. Zebedai,ou eig.gen.mnl.ev. → Zebedai/oj ze,ontej ww.part.prs.act.nom.mnl.mv. → ze,w zesto,j, ‐h,, ‐o,n bnw.nom.mnl.ev. Afgeleid van → ze,w. Alg Betekenis: warmbloedig, kokend (heet). LXX Komt niet voor. NT Betekenis: heet, gloeiend. Overdr in Op 3:15,16.
Zaboulw,n o` ` eig.mnl.ev. Onverbuigbaar. Hebreeuw‐ se naam !Wlbuz>, Zabulon of Zebulon, zoon van Jakob en Lea, Gn 30:20, stamvader van de Zebulonieten. Jezus vestigde zich in het gebied van de stam van Zebulon en Naftali, Mt 4:13,15. Wordt ook ge‐ noemd in Op 7:8. Betekenis: toegift, woning, woonplaats. Zakcai/e eig.voc.mnl.ev. → Zakcai/oj Zakcai/oj, ‐ou o`` eig.nom.mnl.ev. Griekse vorm van de Hebreeuwse naam yK;z:, Zakkaï of Zacheüs, een oppertollenaar in Jericho, Lc 19:2,5,8. Mogelijke betekenis: rein, onschuldig. Za,ra o`` eig.mnl.ev. Onverbuigbaar. Hebreeuwse naam xr;z-la, e;nanti hw"hy>-ta, e;nanti a avv ba' path,r ba' patri,a ba' patria,rchj ba' patriko,j ba' patrw|/oj bae ge,nhma aB;a; avbba dba a;gw dba ai;rw dba avpoba,llw dba avpoktei,nw dba avpo,llumi dba avpw,leia dba avfani,zw dba evkdi,dwmi dba evxa,gw dba evxai,rw dba evxaposte,llw dba kataska,ptw dba lu,ph hd'bea] avpw,leia !ADb;a] A v baddw,n !ADb;a] avpw,leia hba avpeiqe,w hba bou,lomai hba qe,lw hba prose,cw sWbae fa,tnh hx'b.ai sfa,gion ybia' mh,n bybia' ne,oj bybia perie,rcomai hY"bia] A v bia aWhybia] vAbiou,d !Ayb.a, avdu,natoj !Ayb.a, avqume,w !Ayb.a, avna,gkh !Ayb.a, avpelpi,zw !Ayb.a, avsqenh,j !Ayb.a, evndeh,j !Ayb.a, pe,nhj
!Ayb.a, !Ayb.a, rybia' rybia' rybia' ryBia; ryBia; rybia] rybia] ble yreyBia; ble yreyBia; rt'y"b.a, lba lba lba lbea' lb'a] lb'a] lb'a] lb,ae lb,ae lb,ae hl'b.a' !b,a, !b,a, hm'lev. !b,a, jnEb.a; jnEb.a; rAb-ynEb.a; syki-ynEb.a; sba qb'a' hq'b.a; rba rb,ae ~h'r'b.a; hD'gUa] hD'gUa] hD'gUa] ~gEa' ~g:a] !Amg>a; @g:a] rga rga rga @Arg>a, tr,Gd;a] tr,D,a; tr,D,a; tr,D,a; bha bha bha bha bha bha bh;a; hb'h]a; hb'h]a; Hh'a] Hh'a] Hh'a] lha lha lha
851
avnh,r a;rcwn despo,thj h``ge,omai ku,rioj cra,w qeo,j to,te duna,sthj dunato,j qaumasto,j ivscuro,j krataio,j megista,n stereo,j u`pere,cw puro,w A v dam avnh,r a;nqrwpoj e[kastoj qnhto,j lao,j di,kaioj evruqro,j sa,rdion A v da,m gh/ cw,ra ba,sij avnh,r despo,thj evnanti,on ku,rioj doxa,zw h``ge,omai megalwsu,nh mhlwth, stolh, avgapa,w avgaphto,j krate,w file,w fi,loj cai,rw fili,a avgaph, fili,a de,omai mhdamw/j w= die,rcomai eivse,rcomai evpifau,skw
a
852
Woordenlijst Hebreeuws/Aramees ‐ Grieks
lha skhno,w lh,ao kata,luma lh,ao oivki,a lh,ao oi=koj lh,ao skhnh, lh,ao skh,nwma !roh]a; vAarw,n Aa eiv Aa h; Aa w``sei,, hwa ai``reti,zw hwa evpiqumhth,j hwa qe,lw hW"a; evpiqume,w yAa ouvai yAa w= byEAa e;cqra lywIa/ avno,htoj lywIa/ avsebh,j lywIa/ a;frwn lywIa/ h``ge,omai lywIa/ ivscuro,j lywIa/ propeth,j lywIa/ fau/loj yliwIa/ a;peiroj yl;Wa a;ra yl;Wa eva,n yl;Wa eiv yl;Wa ei;pwj yl;Wa i[na yl;Wa i;swj yl;Wa mh, yl;Wa mh,pote yl;Wa o[pwj yl;Wa ou=n yl;Wa pw,j ~yliwIa/ avntilamba,nw ~l'Wa avlla, ~l'Wa mh,n ~l'Wa ouv ~l'Wa plh,n tl,W qypia] lpea' lp,ao lp,ao lp,ao hl'pea] hl'pea] hl'pea] spa spa spa spa sp,a, sp,a, sp,a, sp,a, sp,a, sp,a, sp,a,
ovrgh, ovrgi,loj o[ti ouv plh,n pro,j pro,swpon ti,j ouvde, kavgw, ouv ouvde, o[ti ouvde, ouvci pw/j o[ti ouvci i``eratei,a podh,rhj stolh, poie,w avlhqw/j nu/n ou=n ou-toj dh/loj o;yimoj a;fesij phgh, pleura, plh,rwma fa,ragx ceima,rrooj ceima,rroj ku/ma gno,foj gno,foj skoti,a sko,toj gno,foj skoteino,j sko,toj a;fesij ai;rw a;kroj evklei,pw avlla, avpw,leia avfaire,w bi,a e;scatoj keno,j ouvke,ti
sp,a, sp,a, yKi sp,a, yKi sp,a, sp,ao h[,p.a, h[,p.a, @pa qpa qpa rp,ae rp,ae x;rop.a, x;rop.a, ~yIrp' a. , [B;ca. , lyCia; lca lca lc,ae lc,ae lc,ae lc,ae lc,ae rca rca xD'q.a, bra bra bra bra bra bra bra br,ao hB,r>a; hB'rua] hB'rua] [B;r>a; [B;r>a; ha'm. [B;r>a; tAame [B;r>a; tAame [B;r>a; href.[,-[B;r>a; h['B'r>a; h['B'r>a; ~y[iBr' >a; ~y[iBr' >a; ~ypil'a] t[;B;r>a; gra gra gra !w"G>r>a; !m'G"r>a;
pe,raj plh,n avlla, o[ti a;fesij avspi,j o;fij perie,cw avne,cw evgkrateu,omai kopri,a spodo,j neosso,j nossi,on VEfrai,m da,ktuloj dia,sthma, avfaire,w u`polei,pw avgka,lh evggu,j para, plhsi,on pro,j qhsauri,zw suna,gw kru,stalloj evgka,qetoj evne,dra evnedreu,w e;nedron evcqtro,j qhreu,w koinwne,w e;cqra avkri,j quri,j ovph, te,ssarej te,tartoj tetrako,sioi pentako,sioi tetrako,sioi trei/j te,ssarej te,tartoj tessara,konta trei/j tetrakisci,lioi evrga,zomai u`fai,nw u`fanto,j porfu,ra porfu,ra
!m'G"r>a; hra Wra] hw"r>au hw"r>au hk'Wra] hk'Wra] hk'Wra] !Ara] !Ara] !Ara] !Ara] xra xra xr;ao xr;ao xr;ao xr;ao xr;ao xr;ao yrI[e
hyEr>a;' %ra %ra %ra %ra %ra %ra %ra %ra %ra %ra %rea' %roa' %roa' ~yIP;a; %r,a, %r,ao %r,ao %r,ao ~yIP;a; %r,ao ~r'a] ~r'a] ~r'a] ~r'a] !Amr>a; !Amr>a; !Amr>a; [r;a] [r;a] dv;k.P;r>a; #r,a, #r,a, #r,a, #r,a,
857
porfu,reoj truga,w ivdou, qh/luj fa,tnh i;ama i;asij mh/koj a[gioj glwsso,komon kibwto,j soro,j xe,noj o``do,j evniauto,j e;rgon e;rcomai ku,klw| o``do,j tri,boj vAddi, le,wn avne,cw dei,knumi makra,n makroqume,w me,nw platu,nw pleona,zw plhqu,nw u`pere,cw cala,w makro,j makro,j polu,j makroqumi,a ba,sij mh/koj polu,j makroqumi,a avllo,fuloj a;nqrwpoj VAra,m Suri,a a;mfodon qeme,lion po,lij gh/ evla,ttwn VArfaxa,d a;grioj avgro,j gh/ e;dafoj
a
858
Woordenlijst Hebreeuws/Aramees ‐ Grieks
#r,a, #r,a, #r,a, ~yYIx;h; #r,a, rB'd>mi-#r,a, td,l,Am #r,a, yrIP. #r,a, hc'r>a; rra rra rra rra rra fra fra tv,r,a] vae vae vae aV'au dADv.a; hV'ai hV'ai hV'ai hV'ai hV'ai hV'ai hVeai hVeai Ht'xoa]-la, hV'ai
Ht'W[r> hV'ai hV,ai hV,ai bwva bK'v.a, lAKv.a, rK'v.a, rK'v.a, ~va ~va ~va ~va ~va ~v'a' ~v'a' ~v'a' ~v'a' ~v'a' ~v'a' ~v'a' hm'v.a; hm'v.a; hm'v.a; hr'Wmv.a;
a
o``do,j o[rion cw,ra a;nqrwpoj e;rhmoj (znw) patri,j karpofo,roj camai, avpoble,pw ei=pon evpikata,ratoj kakw/j katara,omai lamba,nw mnhsteu,w qe,lhsij avnh,r pu/r pu,rinoj qeme,lioj ;Azwtoj gumno,j gunaikei/oj gunh, e[kastoj qh/luj quga,thr qusi,a mh,thr e[teroj e[teroj o``lokau,twma pu/r avpe,rcomai avpe,rcomai bo,truj dw/ron misqo,j avgnoe,w avfani,zw kri,nw metame,lomai parapi,ptw a;gnoia avdiki,a a``marta,nw a``marti,a avni,hmi ba,sanoj kaqarismo,j a;gnoia evle,gcw i``lasmo,j o;rqroj
tr,mov.a; @V'a; @V'a; hP'v.a; hP'v.a; tPov.a; rva rva rva rvea' rvua' rvua' rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] rv,a] hz-ta, lK' tae ^v.p.n:-ta, ynEP.-ta, ynEP.-ta,, ynEP.-ta, ynEP. tae ata hta hta hta hta hta hta hta hta hT'a; !Ata' !Ata' !WTa; qyTia; ^T.ai ~T,a; ~T,a; ~t'ao lAmt.a, lAmt.a, lAmt.a, !Tea; !Tea; hn"Tea; hn"Tea; hn"Tea; hn"t.a, !n:t.a, !n:t.a, !n:t.a,
kata, meta, ou-toj para, pro,j seautou su,n kaqo, o[ti seautou/ su,n seautou/ e;nanti evnanti,on evnw, katenw,pion suna,gw a;gw evpe,rcomai e;rcomai h[kw pa,reimi pare/inai suna,gw fe,rw su, qh/luj o;noj ka,minoj stoa, dia, su, u``meij e`autou/ e;mprosqen h`me,ra cqe,j su, u``meij di,dwmi su, u``meij mi,sqwma do,ma misqo,j mi,sqwma
LIJST VAN AANGEHAALDE h e b re e uws e
/ a ra m e s e
t e k stg e d e e l t e n
Toelichting In deze lijst staan alle Hebreeuwse en Aramese tekstgedeelten die in het onderdeel ‘LXX vertaalt hiermee’ worden aangehaald en die niet zijn opgenomen in de voorafgaande woordenlijst. Ze zijn per Bijbelboek per tekst gegroepeerd in dezelfde volgorde als van de Naardense Bijbel. Achter elk tekstgedeelte wordt verwezen naar het Griekse woord uit de Lexicon.
Lijst van aangehaalde Hebreeuwse/Aramese tekstgedeelten
Plaats GENESIS 1:1 1:17 1:21 1:26 2:2 2:6 2:19 2:22 2:24 2:25 2:29,30 3:8 3:8 3:16 3:22 4:1 4:6 4:7 4:24 4:26 4:26 5:3 5:9 5:12 5:15 5:24 5:28 5:28 5:29 5:31 6:3 6:4 6:17 7:2 7:11 7:22 8:2 8:13 8:17 9:3 9:6 9:9 9:9 9:11 9:12 9:22 10:9 11:10 11:13 11:13 11:15 11:15 11:17 11:17
Hebreeuwse/ Aramese tekst ~yIm;V'h; ~yhil{a/ ~t'ao !TeYIw: hY"x;h; vp,n Al-ar'q.yI rv,a] lkow> ~d'a'h'-!mi dx'a, rf'b'l. Wyh'w> ~d'a'h' AB-rv,a] ~yhil{a/ hw"hy> ynEP.m i ~d'a'h' %nErohe WNM,mi dx;a;K hw"hy>-ta, vyai ytiynIq' %l' hr'x' hM'l' byjiyte al{ ~aiw> %m,l,w> !yIq'-~Q;yU ~yIt;['b.vi yKi hw"hy> ~veB. aroq.li lx;Wh za' lx;Wh za' hn"v' ta;m.W ~yvil{v. hn"v' ~y[iv.Ti hn"v' ~y[ib.vi hn"v' ~yViviw> ~ynIv' vm' WNn ta;m.W hn"v' ~ynImov.W ~yIT;v. hn"v' hn"v' ~ynImov.W ~yIT;v. Wnm]n:y> hz< [b;v.W hn"v' ~y[ib.viw> [b;v, hn"v' tAame yxiWr ~heh' ~ymiY"b; #r,a'B'-rv,a] lKo ATv.aiw> vyai ~yIn:v. awhi ~Ay rf'['-h['b.viB. ~yYIx; x;Wr-tm;v.nI rv,a] lKo ~yIm'V'h;-!mi hb'Teh; hsek.mi-ta, x;nO rs;Y"w: ^T.ai qr,ya;w> ~ynIv' vl{v' hn"v' tAame [B;r>a;w> ~ynIv' vl{v' hn"v' tAame [B;r>a;w> ~ynIv' vl{v' tAame [B;r>a;w> hn"v' ~yvil{v. tAame [B;r>a;w> hn"v' ~yvil{v.
Griekse woord o`` auvto,j zw/|on h`me,teroj avpo, evk eva,n avpo, du,o te, e;cw avpo, te, su, evgw, dia, gi,nomai diaire,w evk evlpi,zw ou-toj diako,sioi e``kato,n e``kato,n e``kato,n eu``ri,skw ovgdoh,konta ovktw, evgw, penth,konta evgw, evkei/noj eva,n du,o e[bdomoj e;cw avpo, avpokalu,ptw su, w`j avnti, su, u``meij avpo, evgw, evxe,rcomai w`j deu,teroj tria,konta triako,sioi tria,konta triako,sioi e``bdomh,konta triako,sioi
11:24 12:8 13:3 13:17 14:2 14:7 15:1 15:4 15:13 16:4,5 16:5 16:5 17:17 17:18 18:11 18:12 18:21 18:31 19:8 19:12 19:14 19:15 19:18 20:3 20:6 21:6 21:11 21:13 22:12 22:16 23:9 23:16 24:23 24:41 24:62 24:62 25:5 25:11 26:11 26:13 27:16 27:34 27:38 29:20 29:33 29:34 30:3 30:41 31:32 31:35 31:35 31:52 32:9 32:25 33:4 33:12 33:19
hn"v' ~yrIf.[,w> [v;Te hl{h\a' jYEw: wy['S'm;l. HK'r>a'l. ~dos.Bi bveyO aWhw> hdef.-lK'-ta, %l' !gEm' ykinOa ' Wdbo[]y: rv,a] yAGh; ~h,l' al{ #r,a,B. ht'r'h' yKi ytix'p.v i ^yn ~yIn:y[e tWsK. %l'-aWh hNEhi [;meVoh;-lK' daom. rb'D'h; [r;YEw: ^[]r>z: ^d>yxiy>-ta, ^d>yxiy>-ta, alem' @s,k,B. rxeSol; rbe[o ~Aqm' %ybia'-tyBe vyEh] al{-~aiw> raeB. aABmi aB' qx'c.yIw> yairo yx;l; raeB. Al-rv,a]-lK'-ta,] yairo yx;l; raeB. tm'Wy tAm d[; ldeg"w> %Alh' %l,YEw: daom. ld;g"-yKi wyr'aW"c; tq;l.x, ynIa'-~g: ynIa'-~g: ~ydIx'a] ~ymiy"K. !Be dl,Tew : yl;ae yviyai hwnY:w: hZ Al-rv,a]-lK'-ta,] Wabo-Wkl.W rf'[' h['B'r>a; ~k,l' hn"T.a,w> hn"V'h; ~ToTiw: WnteY"wIG>-~ai tdoY"h; [B;r>a;w> abol' #r,a,-tr;b.Ki dA[B. ydIA[me wyn"y[eB. [r;YEw: ynIAa tyviarew> z[' rt,y < ydIboK. dx;Te-la; hl{yvi aboy"-yKi wyl'g>r; !yBemi rp,v'-yrem.ai h[or>P; tyBe-la, byviy" bveh'w> ~yviLevi ynEB.
e;cw avkrobusti,a diasw,|zw o[j o``ra,w tri,mhnoj u``pa,rcw evk ou[twj ai;rw ge,noj te, e;cw du,namai desmo,j ouv eiv pw/j eva,n fai,nw u``pa,rcw avpe,rcomai ovktw, a;rtoj evxe,rcomai i;dioj me,roj evggi,zw neo,thj baru,j avrch, auvqa,dhj evrei,dw avpo,keimai mhro,j ge,nhma duna,sthj avntapo,doma genea,
EXODUS 1:1 1:12 2:11 2:12 3:14 3:16 4:10 4:10 4:12 4:13 4:15 4:23 4:23 4:23 5:3 6:20 8:6 8:17
AtybeW vyai bqo[]y: tae laer'f.yI ynEB. ynEP.mi ~heh' ~ymiY"b; ~yvin"a]-ynEv. hNEhiw> hy vyai al{ ~vol.Vimi ~G: lAmT.mi ~G:i ^yPi-~[I hyyae-~ai
a[ma avpo, evkei/noj o``ra,w eivmi, o[soj i`kano,j pro, avnoi,gw a;lloj avnoi,gw evgw, eiv me.n ou=n menou/n di,dwmi path,r a;lloj bou,lomai
8:19 8:22 9:2 9:24 9:28 9:31 9:18 10:7 10:12 10:21 10:29 11:4 12:4 12:4 12:31 13:8 13:12 13:21 13:21 14:12 14:20 16:3 16:22 17:13 17:23 18:4 18:7 20:1 20:5 20:12 20:12 21:16(17) 22:4 24:8 25:19 26:5 26:7 26:28 26:34 28:30 29:2 30:1 30:4 32:26 32:30 33:3 33:8 34:7 34:11 34:15 34:24 36:2 36:6 44:20
tdup. yTim.f;w> !Akn" al{{ !aem'-~ai yKi dr'B'h; %AtB. tx;Q;l;t.mi vaew> tyOh.mi br;w> bybia' hr'[oF.h; yKi ~Ayh;-!mil. hd'b.a' yKi [d;Te ~r,j,h] ~~yIr'c.mi dr'B'h; ryaiv.hi rv,a]-lK' dx'a,l. ~yIp;n"K. [B;r>a;w> dA[ @siao-al{ hl'y>L;h; tcox]K; Alk.a' ypil. Vyai tyOh.mi tyIB;h j[;m.yI-~aiw>; ~k,r>B,d;K. ~yvimux]w : hw"hyl; ~yrIk'Z>h; %r,D,h; ~t'xon>l; ~h,ynEp.li %leho hw"hyw: Wnl' bAj yKi %v,xoh;w> !n"['h, hw"hy>-dy:b. WnteWm hn ~yMiTuh;-ta,w> ~yrIWah'-ta, tCom; tL{x;w> tACm; ~x,l, tr,joq. rj;q.mi bh'z" t[oB.j; yTev.W yl'ae hw"hyl; ymi hl'dog> ha'j'x] ~t,aj'x] vb'd>W bl'x' tb;z" #r,a, hv,mo yr]a; WjyBihiw> ~yviLevi-l[; ~ynIB'-l[; ~y[iBerI-l[;w> ^yn WNM,mi tl,k,aoh' vp,N WNM,mi tl,k,aoh' vp,N ~yMiTuh;-ta,w> ~yrIWah'-ta, rG"yI-al{ hr'GE aWhw> [;yrIz>t; yKi hV'ai ~yrIP\ci yTev.> hy Wf[' lb,T, ~B' ~h,ymeD> Wyh.yI ~yrIyrI[] ~B' ~h,ymeD> tp,L,y: Aa br'g" AB ~Wm-yKi rd,n yrIq,-tm;x]B; hm'WqT. ~k,l' hy ^K.r>[,K. vyai ~rIx]y: rv,a] ~r,xe-lK'-%a;
dei/ koinwni,a kai, eva,n o[stij avlh,qeia avna,gw eva,n kaqaro,j eva,n pro, duna,sthj avkaqarsi,a e;nocoj avsebe,w e;nocoj avpoqnh|,skw e;nocoj a;grioj e;cw diaste,llw e;catoj a;fesij po,lemoj diaqh,kh qumo,j du,namai kaqo,ti avnati,qhmi
varo-ta, Waf. tAmve rP;s.miB. ~t'boa] tybel. tAame [b;v. ~t'd'bo[] lkol.W ~a'F'm;-lK' ~d'a'h' taJox;-lK'mi ~aot.Pi [t;p,B. WlP.yI ~ynIvoarIh' ~ymiY"h;w> ~yIB;r>[]h' !yBe ytih'q. ha,r>ti hT'[; jy[im.Mh; ; Hl' an" ap'r> an" lae %r,D,h; jr;y"-yKi ~WtK.Y:w: ~WKY:w: hw"hy> ar'b.yI ha'yrIB.-~aiw> hnh; br,x'-ypil. ba'tAbr>[;B. laer'f.yI ynEB. ynEP.mi wy"l.D'mi ~yIm;-lZ:yI ~yBir; ~yIm;B. A[r>z:w> ~yIB;r>[]h' !yBe
avrch, evk du,namij diako,sioi a;rtoj a;rtoj avnqtrw,pinoj evxa,pina a;logoj pro,j ui``o,j ginw,skw ovli,goj de,omai avstei/oj avpostre,fw dei,knumi kaqaro,j avnqtrw,pinoj qanato,w fo,noj dusmh, avpo, a;nqrwpoj
NUMERI 1:2 1:2 1:45 4:36 4:27 4:27 5:6 6:9 6:12 9:3,11 10:21 11:23 11:32 12:13 12:32 14:45 16:30 19:3 19:16 21:6 21:24 22:1 22:3 24:7 28:4,8
pro,j
l[;m;-rs'm.li yZInIQ.h; ba'tAbr>[;B. ba'tAbr>[;B. ^yn[;B.
31:16 32:12 33:48 33:50 Nm 33:52 35:1
avfi,sthmi diacwri,zw dusmh, dusmh, pro, dusmh,
DEUTERONOMIUM 1:1 1:6 Dt 1:46 1:12 2:5 4:11 4:28 4:34 5:9 5:22(19) 5:33(30) 7:22 9:7 11:28 12:30 12:30 13:4 13:10 13:16 16:17 16:20 17:7 18:6 20:13 21:14 21:16 21:20 23:7 23:14 23:14 24:15 24:15 25:2 25:5 26:17 28:43 29:4 29:5 29:17 29:18(19) 30:12 31:18,20 31:20 32:15 32:24 32:40 33:8 33:15 33:28
hb'r'[]B' qd,c, ~T,j.p;v.W rv,a] ~ymiY"K; ~k,x]r>j' yDIb;l. aF'a, hk'yae lg hfe[]m; ~yhil{a/ ^ynTi qd,c, qd,c, hn"rox]a;B' tW:a;-lk'B. ab'W br,x'-ypil. Hv'p.n:l. HT'x.L;viw> Al hy [v'r'h' tAKh; !Bi-~ai wD'x.y: ~Ayh; T'r>m;a/h, hw"hy>-ta, hl'[.M' hl'[.m; ~heh' ~ytip.Moh;w>; ~k,yhel{a/ hw"hy> ynIa] yKi hr,Po vr,vo ha'meC.h;-ta, hw"r'h' tAps. awhi ~yIm;V'b; al{ ~yrIxea] ~yhil{a/ hm'd'a]h'-la, !m;v.YIw: @v,r, ymul . ydIy" ~yMiTuh;-ta,w> ~yrIWah'-ta, ~d,q,-yrer>h; varomeW bqo[]y: !y[e
pro,j dikai,wj pote, du,namai bh/ma gno,foj e[teroj ble,pw genea, gno,foj katapau,w e;rhmoj bnw diatele,w latreu,w evkzhte,w evpakolouqe,w evkei/noj avvnagge,llw fo,noj du,namij dikai,wj evpi, kaqo,ti fo,noj evleu,qeroj u``pa,rcw avnh,r avre,skw avschmosu,nh zw,nh evlpi,j e;cw a;xioj evpi, ai``re,w a;nw evkei/noj ou-toj a;nw avnama,rthtoj a;nw avllo,trioj avgaqo,j evsqi,w brw/sij dio,j avlh,qeia avrch, gh/
961
Verantwoording
Verantwoording Een Lexicon schrijven is niet iets wat je even op een regenachtige achternamiddag doet. Als je daaraan begint, weet je dat het een kwestie van jaren wordt, voordat het werk ‘af’ is, als je dat tenminste ooit kunt zeggen van een Lexicon, want altijd kom je weer dingen tegen waarvan je twijfelt of je ze er wel of niet in zult opnemen. Het idee voor een Lexicon ontstond toen ik een cursus Bijbels Grieks startte voor ‘gewone’ geïnteresseerde Bijbellezers, die graag willen weten wat er werkelijk staat in de grondtekst. ‘Welk woordenboek hebben we nodig?’ was één van de dingen die daarbij werd gevraagd. Een moeilijk te beantwoorden vraag: inderdaad welk woordenboek is geschikt voor mensen die geen (vak)theoloog zijn? Is dat er wel voor het Bijbels Grieks in de Nederlandse taal? Uiteindelijk kom je dan uit bij het Grieks‐Nederlandse Woordenboek van J.J. Thiel en W. den Boer, dat nog steeds in de handel is. Toch voldoet ook dat maar in beperkte mate. Mij stond méér voor ogen: een woordenboek met alle woorden van het Nieuwe Testament, óók in hun vervoegde en verbogen vorm met een verwijzing naar het hoofdwoord. Een analytisch woordenboek dus. Dat is er immers niet in het Nederlands. Daarom kwam het idee bij me op om er zelf een te gaan schrijven. In diezelfde periode kwam Jan de Vlieger van Skandalon bij me met het Grieksch‐Nederduitsch Handwoordenboek op het Nieuwe Testament, Enkhuizen, 1888. Omdat het titelblad ontbreekt, weet ik helaas niet wie de schrijver is. Jan vroeg of ik er wat in zag om dit woordenboek te gaan bewerken en er een bruikbare uitgave van te maken. Ik besloot de uitdaging aan te gaan en het te combineren met mijn plan voor een analytisch woordenboek. In het voorjaar van 2007 ontmoette ik mijn goede vriend Pieter Oussoren op één van onze studiedagen van de internetcursus Bijbels Hebreeuws. Ik liet hem zien wat ik op dat moment klaar had. Eén van zijn opmerkingen was: waarom beperk je je alleen tot het nieuwtestamentisch Griek? Waarom betrek je het Grieks van de Septuaginta er niet bij? In mijn gedachten zag ik er weer een paar jaar bijkomen voordat het boek klaar zou zijn, maar natuurlijk had Pieter gelijk. En zo is het boek gegroeid tot deze Lexicon. Mijn werkwijze was als volgt: 1. Eerst maakte ik een alfabetische lijst van alle nieuwtestamentische stamwoorden. 2. Van deze woorden vermeldde ik een grammaticale aanduiding, (eventueel) de herkomst of afleiding en de samenstelling. 3. Daarna vermeldde ik de betekenis van het woord in het profane Grieks. 4. Ik ging na of de betreffende woorden in de LXX voorkomen, en zo ja voor welke Hebreeuwse en Aramese woorden de LXX ze gebruikt. 5. Ik vermeldde de betekenis en vindplaats(en) van de Hebreeuwse en Aramese woorden. In een aantal gevallen noteerde ik verschillen tussen LXX en de Masoretische tekst (MT). 6. Vervolgens ging ik na waar het woord in het NT wordt gebruikt en wat de betekenis ervan dáár is. 7. Ik voegde alle vervoegingen en verbuigingen van het Griekse stamwoord alfabetisch in, samen met de grammaticale aanduidingen en de verwijzing naar het stamwoord.
971
972
Verantwoording
8. Ik lichtte alle Hebreeuwse en Aramese woorden met hun Grieks equivalenten eruit en zette ze op alfabetische volgorde van het Hebreeuws/Aramees met verwijzing naar het Griekse equivalent. 9. Ik maakte een lijst van alle aangehaalde Hebreeuwse en Aramese tekstgedeelten. Op deze wijze is dus dit werk ontstaan. Uit punt 8 blijkt dat er niet alleen een Grieks Lexicon is ontstaan, maar dat het indirect ook gebruikt kan worden als Hebreeuws/Aramees Woordenboek. Ik ben uitgegaan van de Griekse woorden van het Nieuwe Testament. Veel van deze woorden komen ook voor in de LXX. Maar niet allemaal. Ook omgekeerd: veel Griekse woorden die in de LXX staan, vinden we niet in het NT. Helemaal compleet zou het werk dus zijn als ik ook die woorden allemaal erin had opgenomen. De Lexicon zou dan minstens tweemaal zo dik zijn geworden. We vonden echter dat het een hanteerbare én betaalbare uitgave moest zijn. Wellicht dat we er in de toekomst nog toe zullen komen. Ook is het denkbaar dat er een uitgave komt zonder alle vervoegde en verbogen vormen, dus alleen met de hoofdwoorden. Deze Lexicon is bestemd voor mensen die geïnteresseerd zijn in de betekenis van de Bijbelse woorden. Het zullen zeker (vak)theologen en theologiestudenten zijn die er niet hun voordeel mee kunnen doen. Maar ook iedereen die niet theologisch geschoold is, omdat alle Griekse, Hebreeuwse en Aramese woorden en tekstgedeelten ook in het Nederlands worden weergegeven. De waarde ervan ligt mijns inziens vooral in het feit dat voor het eerst een boek in het Nederlands is verschenen waarin de Griekse, Hebreeuwse en Aramese woorden bij elkaar worden gebracht. Johan Murre
Literatuurlijst
Literatuurlijst Bronteksten: Biblia Hebraïca Stuttgartensia, Deutsche Bibelgesellschaft, Stuttgart, 1984. (MT) Septuaginta, Rahlfs‐Hanhart, Deutsche Bibelgesellschaft, 2006. (LXX) Novum Testamentum Graece, mit Wörterbuch, Nestle‐Aland, 27ste druk, 1993.
Bijbelvertalingen waarnaar wordt verwezen en waaruit wordt geciteerd:
Statenvertaling – Jongbloed‐Zetka, Leeuwarden, z.j. (SV) Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap, Haarlem, 1978. (NBG) De Naardense Bijbel, vertaald door Pieter Oussoren, Skandalon, 2005. (NB) De Nieuwe Bijbelvertaling, Uitg. NBG/KBS, 2004. (NBV) Apocriefen van het Oude Testament, volledige herdruk volgens de oorspronkelijke uitgave van Jacob en Pieter Keur met een inleiding van prof. dr. W.C. van Unnik, Kampen, 1958. Buiten de Vesting, een woord‐voor‐woordvertaling van alle deuterocanonieke en vele apocriefe Bijbelboeken, Pieter Oussoren en Renate Dekker, Skandalon & Plantijn, 2008. BibleWorks, LCC, versies 4.0 en 7.0
Andere belangrijke naslagwerken (in alfabetische volgorde op auteursnaam):
The analytical Greek Lexicon: consisting an alphabetical arrangement of everly occurring inflexion of every word contained in de Greek New Testament scriptures, with a grammatical analysis of each word and lexicographical illustration of the meanings, Samuel Bagster and sons limited, London‐EC4, z.j. Walter Bauer, Griechisch‐Deutsches Wörterbuch zu den Schriften des Neuen Testaments und der übrigen urchristlichen Literatur, Verlag Alfred Töpelmann, Berlin W 35, 1952. Erich Beyreuther und Hans Bietenhard, Theologisches Begriffslexikon zum Neuen Testament, Theologischer Verlag Ralf Brockhaus – Wuppertal, 1972. Friedrich Blass, Albert Debrunner, Grammatik des neutestamentlichen Griechisch, bearbeitet von Friedrich Rehkopf, 16. Auflage, Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen, 1984. F.C. Conybeare and St. George Stock, Grammar of Septuagint Greek, with selected readings, vocabularies, and updated indexes, Hendrickson Publishers, USA, 1995. H. Courtz, J.Dekker, G. van den Brink, Woordstudies en Concordantie, Studiebijbel delen 11‐15, In de Ruimte, 1990. S.P. Dee en prof. dr. J. Schoneveld (red), Concordantie op het Oude en Nieuwe Testament in de nieuwe vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap, Bosch & Keuning N.V. z.j.
973
974
Literatuurlijst
Wilhelm Gesenius’ Hebräisches und Aramaïsches Handwörterbuch über das Alte Testament, Springer‐Verlag, Berlin/Göttingen/Heidelberg, 1962. J.P. Green, Sr, The Interlinear Bible, Baker Book House, Grand Rapids, Michigan 49506, 1983. Edwin Hatch/Henry A. Redpath, A concordance to the Septuagint and the other Greek versions of the Old Testament (including the Apocryphal books), Akademische Druck‐ und Verlagsanstalt, Graz‐ Austria, 1954. E. Italie, Bijbels Hebreeuws Nederlands Woordenboek, Den Haan, Ede, herdruk 1994. Ernst Jenni en Claus Westermann, Theologisches Handwörterbuch zum Alten Testament, Chr. Kaiser Verlag München Theologischer Verlag Zurich, 1984. Gerhard Kittel and Gerhard Friedrich, Theological Dictionary of the New Testament, William B. Eerdmans Publishing Company, The Paternoster Press 1985. Gerhard Kittel ea, Theologisches Wörterbuch zum Neuen Testament, Kohlhammer, Stuttgart, 1958. Ludwig Koehler en Walter Baumgartner, Lexicon in Veteris Testamenti Libros, Leiden, E.J. Brill, 1958. Idem, supplementum ad Lexicon in Veteris Testamenti Libros, Leiden, E.J. Brill, 1958. J.P. Lettinga, Grammatica van het Bijbels Hebreeuws, Brill Leiden, 1976 H.G. Liddell en R. Scott, A Greek‐English Lexicon, revised and augmented throughout by sir Henry Stuart Jones with the assistance of Roderick McKenzie and with the cooperation of many scholars. With a revised supplement 1996, Clarendon Press, Oxford. J.Lust/E. Eynikel/K.Hauspie, Greek‐English Lexicon of the Septuagint, revised Edition, Deutsche Bibelgesellschaft, 2003. Solomon Mandelkern, Veteris Testamenti Concordantiae Hebraicae atque Chaldaicae, Akademische Druck‐ und Verlagsanstalt, Graz‐Austria, 1955. Johan Murre, Basiscursus Bijbels Hebreeuws, Skandalon, 2006 H.N. Ridderbos en W. van der Meer (eindred), Handwijzer op de grondtekst van de Bijbel, Kampen, 1993. J.J. Thiel en W. den Boer, Beknopt Grieks‐Nederlands Woordenboek, J.B. Wolters, Groningen, 1961. Abraham Trommius, Nederlandse concordantie van de Bijbel, 14de druk, Voorhoeve, Den Haag, z.j. Grieksch‐Nederduitsch Handwoordenboek op het Nieuwe Testament, Enkhuizen, 1888
View more...
Comments