Inhoud

February 4, 2018 | Author: Anonymous | Category: N/A
Share Embed


Short Description

Download Inhoud...

Description

Inhoud               

De stageschool en z‟n visie Eigen verwachtingen aan het begin van de stage Beoordeling van Marieke Mooiman over mij Beoordeling van Jetske van den Burger over mij Beoordeling van Simone Dröge over mij Beoordeling van Simone Dröge over mijn 2e les Observaties binnen de praktijk- en theorielessen Eigen les Leerling- en huiswerkbegeleiding Observaties buiten de lessen Interview met Jetske van den Burger Interview met Simone Dröge Plaats van de vakken beeldend binnen de school Conclusie aan het einde van de stage, bijstellen onderzoeksvraag Bijlages

1

2 2 3 5 7 9 11 17,19 20 21 22 25 27 28 29

De stageschool en z’n visie Ik heb stage gelopen op SG Spieringshoek in Schiedam. Dit is een Katholieke stadsschool met voornamelijk leerlingen uit Schiedam zelf, maar ook wel uit Rotterdam en omstreken. Voornamelijk blanke leerlingen van de hogere – en middenklasse. De school herbergt de opleidingen Havo, atheneum, vwo+ en gymnasium+, wat mede oorzaak is voor de vele witte leerlingen van rijkere ouders. In de studiegids (bijgevoegd in de bijlages) geeft de school aan dat ze het ontwikkelen van talenten voorop stelt. Ze wil leerlingen aanspreken, uitdagen en activeren. “onderwijs is ontwikkeling van kennis, inzicht en vaardigheden: van hoofd, hart en hand”. De school is Katholiek, maar staat open voor mensen met een andere levensvisie.

Eigen verwachtingen over de stage, begin Maart 2008 Ik ben erg zenuwachtig en merk dat ik nog absoluut niet stevig in mijn schoenen sta. Ik heb constant twijfels en vragen als „wat als ik ettertjes voor de klas heb?‟. „Wat als ze me niet accepteren als docent, ik geen gezag heb, ik niet tegen ze opkan?‟. „Wat als ik in lastige situaties kom zoals leerlingen die weigeren iets te doen dat ik ze vraag?‟. Vragen, vragen, vragen… onzekerheid, onzekerheid, onzekerheid. En dit is nog maar een snuffelstage met misschien één les zelf geven! Maar daar is die dan ook voor, om aan het vak als docent te snuffelen. Punten waar aan gewerkt moet worden lijken me dan ook:  Zelfverzekerdheid opbouwen/ onzekerheid wegwerken.  Hoe kweek ik gezag?  Hoe leer ik omgaan met lastige situaties? Als er zoveel onzekerheid bij komt kijken lijkt de hamvraag me: “ben ik geschikt als docent?”. Dan is dat dus mijn onderzoeksvraag.

Observaties binnen de praktijk- en theorielessen beeldende vorming: Maandag 17 maart Vwo 5, CKV3 Allereerste uurtje van 1e dag. Leerlingen zijn bezig aan schetsen van dieren, om uiteindelijk een schilderij van een dier te maken. Thuis zijn foto‟s uitgezocht. Sommigen schetsen nog, anderen maken een begin met schilderen op A2-formaat. Ik weet me nog niet zo goed een houding te geven en kijk een beetje de kat uit de boom. Vwo 6, CKV3 Eindexamencollectie maken aan de hand van een thema. Er zijn 6 verschilende thema‟s en uiteindelijk moet de collectie oa bestaan uit een 3d-werk, een schilderij en meerdere tekeningen. Werkvorm en materialen zijn geheel vrij. Een opdracht waar dus erg zelfstandig in gewerkt moet worden. Uiteindelijk wordt het werk tentoongesteld. De leerlingen zijn al bijna klaar met dit project, hierna beginnen hun examens. Havo 2, beeldende vorming (blokuur) Hier werd ik „in het diepe‟ gegooid, de vorige uurtjes waren opwarmen. Een enorm drukke klas, hoop herrieschoppers, en geen enkeling had zin in de opdrachten: een studie perspectief en een coulissen-landschap van karton. Even wennen maar al gauw stond ik overal te helpen en uit te leggen, en mensen terecht te wijzen. Bij deze les had je ogen in je rug nodig. Een jongen zwaaide met een stanleymes maar legde dat gelukkig meteen weg toen ik hem aansprak. Poeh, dit uur heb ik overleefd, dacht ik na afloop! Maar eigenlijk was het wel erg leuk, lekker actie. Vwo 4, CKV3 Opdracht: stillevens. Die mochten de leerlingen zelf samenstellen uit een paar grote dozen met vazen, plastic bloemen, servies, doeken, etc. Er werd al enkele weken aan gewerkt en het stilleven werd dus bij iedere les steeds opnieuw precies hetzelfde neergezet. Het valt me op dat het tempo laag is: ik herinner me dat ik op mijn middelbare school zo‟n stilleven in 1 a 2 lessen af moest hebben. Bovenbouw is er rustig, ik loop een beetje rond en praat met leerlingen maar ze zijn erg zelfstandig, gemotiveerd en vragen bijna niets. Omdat er niet zoveel te doen is heb ik klei-werk van andere klassen in de oven gezet. Vwo 6, CKV2 Theorie-les, waarbij gezamenlijk in het boek wordt gelezen, wordt gesproken over de stof en beurtelings videofragmenten worden bekeken als verdieping op de stof. Deze klas koos dit vak als extra keuzevak en iedereen is geintresseerd en gemotiveerd. Dat is prettig lesgeven! Onderwerp is het post-modernisme, met veel zijwegen naar hedendaagse cultuur (films, theater) om het voor de leerlingen intressant en begrijpelijk te maken.

Woensdag 19 Maart Atheneum3, CKV3 (blokuur) Maskers maken. Eerder hebben de leerlingen zich georienteerd door plaatjes op te zoeken van maskers uit verschillende culturen, en aan de hand daarvan schetsen voor een eigen ontwerp gemaakt. Deze les word uit vier schetsen één gekozen dat in klei uitgevoerd zal worden, en een begin gemaakt daarmee. De nieuwe broden klei werden meteen als boksbal gebruikt toen de docente even de klas uit was, ik wist niet zo goed wat ik ermee moest en zei even niets. Uiteindelijk wordt de klei toch ook vervormd dus een deuk geeft niet? Toch kreeg de klas daarna op z‟n kop van de docente, want ook het plastic was kapot waardoor de broden niet meer bewaard konden worden daarin. Ik moet nog veel leren. Vwo 5, CKV+ Dramales! Ik bedoel niet een drama: ze hadden les in drama. In groepjes moesten Tableau Vivants voorbereid worden, die de volgende les aan elkaar opgevoerd zullen worden. Thema was een aantal bekende Griekse tragedies, zoals Apollo en Daphne. Hier hadden de meesten duidelijk nogal moeite mee om zich in te leven, maar door humor aan de les toe te voegen kwam het onderwerp dichterbij: mannen- en vrouwenrollen omdraaien, overdreven bewegingen, etc. Ik gaf veel advies en spoorde mensen aan om minder verlegen te zijn en zich lekker in te leven in hun rol. Brugklas, beeldende vorming (blokuur) Een dier boetseren aan de hand van een foto. Mijn mening over onderbouw is geheel om: brugklas les geven is leuk! Ze vragen ontzettend veel, vinden alles leuk, staan overal open voor en moeten nog héél veel leren. Ik kon bij heel erg veel dingen helpen en uitleggen en zat niet stil. Dat is juist leuk, vergeleken hierbij zijn de bovenbouw-lessen die ik tot nu toe meeliep een beetje saai. De klas kreeg halverwege op z‟n kop van de docente omdat ze er een zooitje van hadden gemaakt: overal water en stukjes klei op de grond. Morrend werd dit opgeruimd na afloop, pas toen mochten ze het lokaal uit. Vwo3, CKV3 Dierenpatronen ontwerpen, die uiteindelijk geschilderd zullen worden op een werkstuk van klei. Rustige klas, ik liep wat rond, gaf advies en beantwoorde vragen. Woensdag 26 Maart Atheneum3, CKV3 De helft boetseert nog masker, de andere helft begint met schilderen. Rustig lesje, ze zaten braaf te werken… totdat de docente even de les uit ging… nog geen 30 seconden later was er opeens een klei-gevecht ontstaan. Waarbij ik kon roepen en terecht wijzen wat ik wou maar naar mij werd absoluut niet geluisterd. Waren ze nou de nieuwe stagiaire even aan het uittesten? Uiteindelijk heb ik het opgelost door er midden in te gaan staan en te vragen “zo, en ga je nu ook naar mij gooien?”. Dat durfden ze niet, maar eentje vroeg wel voorzichtig of ik niet even aan de kant wou gaan want hij wou graag nog naar die en die gooien. Nouja zeg! Autoriteit hebben, hoe leer je dat? Vwo5, drama De tableau vivants werden nog even snel geoefend en toen aan elkaar opgevoerd, met een hoop gelach en hilariteit. Duidelijk wie de durfals zijn en wie verlegen zich geen houding weten te geven. Later vandaag heb ik 2 docenten geinterviewd, waarbij de docente van deze les aangef: dit soort lessen zijn juist erg goed voor later in het bedrijfsleven. Voor een sollicitatie, of als je een presentatie moet houden, moet je weten jezelf een houding te geven. Toen iedereen z‟n stukje had opgevoerd was er nog tijd over en ging de docente improviseren: iedereen nog een keer z‟n stukje opvoeren maar nu heel snel. Hier had eerst niemand zin in maar uiteindelijk bleek dat juist het leukste te zijn en had iedereen lol.

Brugklas, beeldende vorming (blokuur) Het geboetseerde dier werd verder afgemaakt en er werd geleerd hoe je „m uit moet hollen zodat het werk niet kapot springt in de oven. Hierna werd begonnen met het dier verven in een eerder zelf verzonnen patroon. Sommigen hadden het patroon nog niet af en gingen tekenen. Boetseren, tekenen en schilderen door elkaar: dan is het een hele opgave het lokala netjes te houden, en nog meer om iedereen na afloop z‟n troep op te laten ruimen en aandeel in het corvee te laten doen. Vwo3, CKV3 Verder aan de dierenpatronen. Omdat dit een erg rustige les is heb ik deze tijd gebruikt om één van de docentes te interviewen, die toen al vrij was. (zie interview in dit verslag) Maandag 31 Maart Vwo5, CKV3 Met de Pasen ertussen is ‟t alweer even geleden dat ik deze klas zag. Ze gaan verder aan de dierenpatronen, de meesten beginnen in ‟t groot. Een enkeling is daar zelfs al mee klaar en maakt een 2e. Ik begin de onderbouw toch steeds leuker te vinden dan bovenbouw. Bij onderbouw kan ik veel doen: uitleggen, helpen, etc. De bovenbouw gaat rustig en braaf aan de gang, is heel zelfstandig en ik verveel me een beetje. Vwo6, CKV3 Allerlaatste les voor deze klas, daarna beginnen de examens. De collectie moet af, waaraan na deze les in eigen tijd zelfstandig verder gewerkt moet worden. Ik maak met veel leerlingen een praatje en vraag aan elk waarom ze voor CKV als examenvak gekozen hebben en of ze er later nog iets mee willen gaan doen, of een vervolstudie met beeldende vakken willen doen. Een enkeling kiest voor de kunstacademie maar bij de meesten was de motivatie „gewoon, leuk vak‟ en denken ze niet er later ooit nog wat mee te gaan doen. Zonde, want er zit best talent tussen. Vwo2, CKV3 (blokuur) Wat een ontzettend drukke klas! De les van de brugklas waar ik de vorige maandag bij zat viel uit en ik besloot gewoon de tijd op te vullen door bij een andere les naar binnen te stappen. Deze docente is net nieuw als vervanging voor iemand met zwangerschapsverlof, en ze had aardige moeite orde te houden. Ze moest haar uitleg 4 of 5x onderbreken om te vragen of het stil mocht zijn maar meteen daarna begon het gepraat opnieuw. Wat doe je daar nou mee, hoe pak je dat aan? Echter toen de klas eenmaal aan het werk was, waren ze best leuk bezig en werd het veel rustiger. Ook deze klas was bezig met geboetseerde dieren beschilderen. Er is veel overleg tussen de CKV-docenten, ze stemmen de opdrachten op elkaar af of geven alle klassen dezelfde opdrachten. Vwo4, CKV3 Die gingen verder aan de maskers en ik heb weer de oven uit en in geladen. Dit is zo‟n rustige klas, dat je zelfs niet hoefde te zeggen wanneer ze moesten beginnen met opruimen en toen de bel ging was het lokaal vanzelf brandschoon. Vwo6, CKV1 Theorieles, en de allerlaatste voor deze klas. Daarom hadden veel mensen wat lekkers mee genomen: als afscheid aan dit gezellige uurtje. Al die rondgaande snoepzakken zorgden echter wel voor veel onrust en er was niet erg veel aandacht voor de video‟s die de docente wou laten zien, die bij het laatste theoriegedeelte van het boek horen. Onderwerp was opnieuw postmodernisme, waarbij nu Quenten Tarantino erbij werd gehaald. Dat sprak de leerlingen wel aan maar de smerige oor-eraf-scene uit Resevoir Dogs wou niemand zien.

Woensdag 2 April Atheneum3, CKV3 (blokuur) Verder met maskers boetseren. Van één meisje was het masker door midden gebroken en de klei te hard geworden om nog te maken. Erg zonde want ze had juist een van de mooisten gemaakt. Ik heb haar geholpen met vergeefse reparatie-pogingen, uiteindelijk is ze in haar vrije tijd na school aan een nieuwe begonnen. Doorzettertje! De klas had ondertussen ook al een nieuwe opdracht gekregen waar aan gewerkt kon worden als het masker klaar was en moest gaan drogen voor in de oven: een zelfportret maken. De vorige les was gevraagd een foto van jezelf mee te nemen van enig formaat (geen pasfoto) en die moest nu in grove lijnen worden nagetekend. Nog geen details. Uiteindelijk moet het portret getekend worden van iemand die je graag zou willen zijn, of juist absoluut niet: een filmster, een alien.. etc. aan de maskers kan pas weer gewerkt worden als die droog en uit de oven zijn, dus over minimaal 2 weken. Vwo5, CKV3, theorieles ‟t was even klaar met de drama-lessen en er moest weer even theorie uit een boek geleerd worden. Onderwerp was Barok, oa een aantal beroemde werken in de St.Pieter, docente liet een video zien. De video werkte echter niet zo mee waardoor veel van de lestijd verloren ging en de klas erg rommelig en onrustig werd. Brugklas, CKV3 (blokuur) Hoihoi, mijn favoriete brugklas weer. Ze zijn heel druk maar ook heel leuk en willen álles weten en óveral hulp bij. Ik moet steeds blijven zeggen: nee, ik leg uit hoe ‟t moet, doe één ding voor en de rest zelf, ik máák „m niet voor je! Ik mocht de les afsluiten, waarbij ik absoluut niet boven het lawaai uitkwam. Niet dat ze vervelend waren: ik heb gewoon zo‟n piepstem dat niemand door had dat ik aandacht wou. Goed, na een hoop gebler en handen geklap had ik aandacht en werd er braaf geluisterd hoe ik uitlegde wat het huiswerk is en hoe er opgeruimd zou gaan worden. Dat gebeurde daarna ook volgens plan, hoewel je altijd aan bepaalde mensen nog eens extra moet vragen om hun troep op te ruimen. Vwo3, CKV3 Hier mocht ik de les opstarten. Nouja, een stuk makkelijker dan bij een brugklas, iedereen luisterde meteen. Ik hakkelde wel een beetje alles door elkaar. Het plan was eigenlijk dat ik ook de les af zou sluiten maar 5 minuten voor de bel begonnen ze uit zichzelf al op te ruimen, dus had ik niet zo veel meer te vertellen. Observatie bij les van een ander vak: Havo2, muziek De muziekdocent is net nieuw, en tevens is dit zijn eerste baan, hij is net afgestudeerd. De leerlingen merken dat en testen hem heel erg uit, hij had erge moeite orde te houden. Daarbij had hij ook nog een vrij lastige lesvorm voor dit uur gekozen: er moest een liedje ingestudeerd worden, om met heel de klas te zingen. De klas werd in 2-en gesplitst, de ene helft op de gang oefenen en de andere helft in het lokaal. Hij liep steeds heen en weer tussen beide groepen, maar als hij op de gang was ging de groep in het lokaal, waar ik bij bleef zitten, meteen herrie schoppen. De meisjes probeerden nog wel te zingen maar de jongens gingen met boeken gooien en elkaar in de kast duwen. Ik heb ze een paar keer terecht gewezen en geoefend in „streng optreden‟, maar een minuut daarna begonnen ze dan weer opnieuw. Het was echt niet mijn bedoeling meteen zijn les over te nemen bij de eerste keer meekijken, maar hij was wel blij dat ik probeerde ze in toom te houden. 2e observatieles bij ander vak: Atheneum3, muziek Dezelfde klas die ik het 1e uur met CKV3 had gezien. Nu gedroegen ze zich heel anders, het gedrag van een klas wordt ook duidelijk bepaald door de docent die voor ze staat. Maar ze waren niet zó vervelend als de havo2-klas het uur hiervoor. De vloeienmars moest in groepjes van 2 of 3 geoefend worden op een keyboard. Aan het einde van het uur kon de helft van de klas een leuk deuntje produceren, sommigen met 2 e en 3e stem erbij.

Maandag 6 April Havo2, CKV3 (blokuur) Deze klas staat bekend als „de moeilijkste klas van de school‟. Het is nog eens een enorm grote klas ook, 30 mensen. Ze zijn nog steeds bezig aan perspectief tekenen en het coulissenlandschap, iets waar de meesten sowieso geen zin in hebben, maar het is een verplicht onderdeel in de opdrachten. De docente was blij een paar extra handen te hebben en verdeelde het lokaal: zij de ene helft helpen, ik de andere helft. Ik was nog geen 5 minuten binnen of had al een aanvaring: een meisje zag een glimpje blauw vanonder mijn mouw en vroeg of ze m‟n tattouage mocht zien. Ik antwoorde van niet, misschien ná de les, want ik vind dat zelf niet kunnen onder een les. Hierop draaide ik me al om om naar iemand anders te lopen maar werd toen uitgescholden voor „bitch‟. Ik was toch van mening haar op een vriendelijke manier geantwoord te hebben en was verontwaardigd maar hield me in. Ik vroeg het meisje waarom ze dat zei, en toen ze ontkennend antwoorde of ze het nog eens durfde herhalen. Ze lachte me recht in m‟n gezicht uit. Ik weet dus absoluut nog niet hoe ik hiermee om moet gaan en haalde de docente erbij. Aan haar verklaarde het meisje mij „chick‟ genoemd te hebben en blijkbaar vond ze dat zelf volstrekt normaal. Met een grapje wist ik de gespannen sfeer te doorbreken en de docente dwong het meisje haar excuses aan te bieden, maar of ze nu echt begreep waarom ze zoiets niet kan zeggen, betwijfel ik. Van de docente hoorde ik dat dit meisje een enorm probleem geval is dat voortdurend iedereen uit probeert te dagen. Ze vond dat ik de situatie goed aan had gepakt en het goed was dat ik kalm bleef, maar ze adviseerde me nog meer op te letten geen emotie te tonen in zo‟n situatie (alleen hoe zorg ik er nu voor niet rood te worden, want alleen daardoor zag het meisje dat ik erdoor geraakt was?) Brugklas, CKV1 (blokuur) Ik heb zelf besloten m‟n rooster om te gooien en bij andere klassen erbij te gaan zitten dan de vorige maandagen. Want die bovenbouw, dat weet ik inmiddels wel en de helft daarvan heeft nu ook examens. Van de onderbouw kan ik echter nog een hoop leren. Deze brugklas was een opdracht met dieren aan het afronden: er moesten minimaal 4 verschillende situaties getekend worden waarin een eerder gekozen dier zich kan bevinden, als huiswerk. Deze docente laat mij erg vrij: opnieuw verdeelde ze de klas en ik mocht mee beoordelen. Hoewel ik daar wel een paar foutjes maakte omdat ik niet bij de eerdere lessen met deze opdracht was geweest. Maar op zich ging alles goed! En dat was erg leuk om te doen. Daarna ben ik mensen gaan helpen met het vervolg van de opdracht: één van de situaties in het groot uitwerken. Sommigen gingen verder met hun geboetseerde dier verven, ook deze klas had die opdracht. Heel erg druk, maar wel leuke klas! Afgezien van enkele probleem-gevalletjes, maar die heb je altijd. De docente wou na afloop graag thee met mij drinken om even de dag door te nemen. Ze vind het erg leuk een stagiaire te hebben en vertelde bijzonderheden over enkele leerlingen die ik die dag gezien had en in het algemeen wat over de gang van zaken op school, en haar eigen ideeën over lesgeven in de beeldende vakken. Zo werd een dag die nogal naar begon (aanvaring met scheldend meisje) toch leuk afgesloten. Woensdag 9 April Atheneum 3, CKV3 (blokuur) Eerst werd er gezamenlijk een stuk gelezen uit het CKV2-theorieboek over lichaamsversiering en portretten. (stukje tekst over tattoo‟s, bodypaint, voorbeelden van portretten van v.Gogh en Picasso) Ik ben tussen een paar leerlingen in gaan zitten om mee te lezen, ik had zelf geen boek. Hierna werd begonnen aan de zelfportretten. Eerst met potlood de basislijnen, later zou geschilderd worden. Ik heb constant rond gelopen en kon veel uitleggen over verhoudingen in een gezicht en helpen overal. Rondlopen, helpen en veel uitleggen is leuk, het voelt nuttig en je merkt dat mensen blij met je zijn. Vwo5, drama Ieder kreeg een bladzijde uit een oude krant en moest hier één zin uit pikken die hem of haar aansprak. Staande in een kring moest ieder zijn zin op verschillende manieren voorlezen: met verschillende intonaties en emoties, hard, zacht, snel, langzaam. Zo zagen ze dat door de manier waarop je iets zegt een boodschap heel anders over kan komen terwijl de inhoud

hetzelfde blijft. Door iedereen zijn zin achter elkaar te laten zeggen kreeg je een heel gek onlogisch verhaal. Hierna werden groepjes van 5 of 6 gemaakt en moest van de zinnen een verhaal gemaakt worden. De grammatica en zinsopbouw mochten veranderd worden om het kloppend te krijgen Brugklas, CKV3 (blokuur) Geboetseerde dieren verder verven. Dit moest deze les af zijn en wie klaar was kon verder met de volgende opdracht: 10 niet-leuke situaties en 10 wél leuke situaties opschrijven, en hier weer 4 uitkiezen om te tekenen. 4 tekeningen op 1 A-4tje, dus 4 kleine schetsen. Uiteindelijk zal uit die 4 schetsen ééntje gekozen worden die in het groot wordt uitgewerkt en geschilderd. Er is een tafel met 6 meiden die mij klaarblijkelijk een érg aardige juf vinden, maar daarom constant mijn aandacht proberen te trekken om een praatje te maken. Ik wordt hier een beetje moe van, er zijn nog meer mensen in de klas. Ze willen ook constant mijn hulp met van alles, tot in het onzinnige. Dit is begonnen toen ik voor één van hen voordeed hoe je een tafel in perspectief tekent, op haar tekening. Nu willen ze constant dat ik delen van hun tekening voor ze doe, wat ik weiger: zelf doen. Ik wil nog wel dingen voordoen op losse blaadjes maar niet meer op iemands werk. Dit leidt tot enorm gezeur, dat ik negeer of afwimpel. Het is gewoon een andere vorm van docentje uittesten. Ik vind dat ik dat op de goede manier oplos, ik zou niet weten hoe anders. Toch blijven ze aandringen, erg vermoeiend. Ik heb al aangekondigd dat ze de week erop van mij alleen les zullen hebben, waarna er al eentje enthousiast op de gang naar me toekwam: “wat gaan we doen? Hoihoi, krijgen we van U les?” dat geeft mij moed, want ik ben zenuwachtig! Vwo3, CKV3 De braafste klas van de school? Zo wordt het ook wel weer erg saai.

Maandag 14 April Havo2, CKV3 (blokuur) Deze klas blijft een soort survivaltocht. Eindeloos mensen terecht wijzen, terug op hun plaats zetten, straf uitdelen, namen opschrijven… hoe kunnen ze alle „rampgevallen‟ toch bij elkaar in één klas zetten? Ik probeer maar geduld te bewaren, rustig te blijven uitleggen en de helft van de voorvallen te negeren, anders blijf je bezig. Wat de docente blijkbaar allang doet, die heeft het al opgegeven. Hoewel ik ook denk dat het gedeeltelijk aan haar ligt, het is een wisselwerking: ze is extra streng, waardoor leerlingen juist daartegenin gaan, waardoor zij nog strenger wordt omdat ze vervelend doen… ik denk ook dat de leerlingen onbewust aanvoelen dat ze ze „heeft opgegeven‟ en ze niet leuk vindt. Als een klas merkt dat een docent ze accepteert, accepteert de klas de docent ook, en die volgorde ook omgekeerd. Brugklas, CKV3, (blokuur) les opstarten De docente vroeg of ik de les eens wilde opstarten. Ze wilde ze een nieuwe opdracht geven over kleur, waarbij eerst een stuk uit het theorieboek gelezen moest worden. Er moest veel worden uitgelegd over begrippen in het boek: complementaire kleuren, contrasten, primaire kleuren, etc. Ik vond het erg lastig een gesprek gaande te houden over kleur en alle begrippen goed uit te leggen. Steeds als ik vragen stelde na een uitleg als „wie weet er een voorbeeld van gebruik van een primaire kleur?‟ etc, om te checken of het begrepen was bleef het erg stil, en ook begrepen mensen vaak mijn uitleg niet terwijl ik niet wist hoe het beter uit te leggen. Ik denk dat ze gedeeltelijk ook gewoon een beetje moesten wennen om opeens iemand anders voor de klas te hebben terwijl de docente achterin zat en een beetje de kat uit de boom keken. Wat niet echt mee hielp was dat ik van de docente een plattegrond had gehad waarop de helft van de namen niet leesbaar was en de andere helft op een andere plek was gaan zitten waardoor ik iedereen verkeerd noemde. (“Joy, ga jij eens lezen”. ” Ik heet Jan, haha”! )veel hilariteit en weer tot de orde roepen voor we verder kunnen lezen, niet erg prettig.

Woensdag 16 April Atheneum3, CKV3 (blokuur) Er werd begonnen met de zelfportretten uitwerken in verf. Er was erg veel hulp nodig, ik kon heel veel uitleggen aan mensen over verf mengen, schaduwen maken, verhoudingen in gezichten, etc. Erg prettig om zoveel te kunnen doen! Deze klas had er ook duidelijk zin in en was enthousiast bezig, dat werkt ook wel fijn (in tegenstelling tot de klassen van de maandag) Vwo5, drama, theorieles Als vervolg op de „pathos‟, de emotie, in de behandelde Griekse tragedies werd er nu „pathos‟ gezocht iets dichterbij: een les over smartlappen. Na wat uitleg en een stukje lezen in het theorieboek werden er enkele (fragmenten van) liedjes beluisterd van André Hazes, Johnny Jordaan etc, wat uiteraard een gezellige melige boel werd. Waarna de opdracht was: schrijf in een groepje van 3 of 4 zelf een smartlap, met een eigen tekst, op de melodie van „een beetje verliefd‟. Dit was ook huiswerk. Brugklas, CKV3 (blokuur) eigen les Mijn allereerste eigen les! De docente had me ruimte gegeven om een eigen opdracht te geven. Ze gaf me hiervoor 2 weken, 4 lesuren dus. Er was ruimte voor in haar programma, daar was ik erg blij mee. Ze heeft me heel vrij gelaten. Ik had van te voren nagevraagd waar ze al over geleerd hadden en met welke materialen ze al hadden gewerkt, want ik wilde ze graag iets nieuws leren. Uiteindelijk koos ik een opdracht met indische inkt: patronen en structuren tekenen. Over structuren hadden ze al les gehad tijdens de dieren boetseren en verven, patronen nog niets. Ik had voor mezelf een spiekbriefje gemaakt voor als ik de opdracht uitlegde. Dit zit bij de bijlages achterin. Opdracht: Eerst liet ik een a4tje in vlakken verdelen, minimaal 10. Ik wilde géén gewone rechte hokjes zien, het papier mocht op alle mogelijke manieren verdeeld worden: taartpunten, cirkels, etc. Hierna moesten zelf patronnen verzonnen worden, en weer wilde ik geen gewone stippen, strepen en ruiten zien, maar bijzondere nieuwe dingen. Ik wilde ze erg vrij laten en de fantasie stimuleren. Bij deze opdracht kan iemand alle kanten uit. Opbouw uitleg: allereerst legde ik uit waarom ze nu van mij les hadden. Hierna ging ik eerst het materiaal introduceren, waarbij ik vroeg wie er al eens mee had gewerkt en zoja, wat ze ervan vonden. Ik gaf bijzondere aandacht aan veiligheid: potje midden op je tafel boven je blaadje, pen altijd even afvegen, keukenpapier bij de hand houden, kijk uit voor vlekken, kijk uit voor kleren, etc. Toen wees ik iemand aan om een hand-out uit te delen met uitleg en voorbeelden. Hierna legde ik de opdracht zelf uit, in stapjes: eerst een introductie over wat patronen zijn, en weer de vragen aan de klas: wie weet wat dat zijn, wie kan voorbeelden geven? Daarna uitleg over het verdelen van het blaadje in vlakken. Ik tekende hierbij veel voor op het bord, wat veel duidelijkheid schiep. Start van de opdracht: per groepje tafels liet ik één kind naar voren komen en inkt en pennen halen, zodat het geen chaos werd. Toch kwamen er ook mensen naar voren die ik niet had aangewezen… mensen waren iets te enthousiast of ze luisterden gewoon niet. Enfin, uiteindelijk kwam bij ieder één potje en één pen terecht, daar ging het om. Ik wees ook iemand aan om blaadjes uit te delen. Toen net iedereen aan het werk was kwamen er nog een stuk of 5 mensen binnen die corvee hadden gehad, aan wie ik de opdracht in het kort even opnieuw uitlegde. Ik wilde geen lange uitgebreide uitleg doen want de in de rest van de klas hadden ook al mensen hulp nodig. Ik wees die 5 corvee-mensen, die het nog niet helemaal begrepen, naar hun plaats met een “begin maar gewoon, wat je niet begrijpt vraag je aan je klasgenoten”. Dit werkte. Dat het nog steeds niet helemaal duidelijk was wat nu precies een patroon of structuur is bleek doordat ik veel vragen kreeg als „is het nu goed wat ik doe?‟. Ook kwam regelmatig de vraag „weet u niet een patroon, ik weet niks‟ maar die weigerde ik direct te beantwoorden: zelf verzinnen! Daar ging het hierbij juist om. Wel probeerde ik mensen steeds te sturen door hints te geven als: „hier is nog veel wit, probeer eens iets met lijnen heel dicht op elkaar‟ en „je hebt nu heel veel vlakken gevuld met rechte lijnen, probeer nu eens iets sierlijks met cirkels of krullen‟.

Vervolg van de les: uiteraard ging er toch nog een inktpot om, over iemands schoenen heen, maar de dader hielp het slachtoffer al keurig met schoonmaken voor ik er iets van kon zeggen. Hoewel ze er wel een enorm waterballet van maakten en wel érg lang bij de wasbak bleven knoeien. Vlekken op tekeningen waren lastiger op te lossen: ondanks mijn steeds herhalen de pen langs de rand van het potje af te strijken waren enkelen toch heel erg aan het druppen. Bij de meesten probeerde ik ze op een positieve manier te laten kijken: een vlek is ook een patroon. Probeer de vlek eens na te maken, of nog meer vlekken ernaast te maken, heel voorzichtig. Bij één heel wanhopig geval die maar blééf knoeien en echt niet nog meer vlekkenpatronen wist heb ik geholpen toch nog iets van de tekening te maken en zelf een patroon voor hem getekend. De jongen was echt een beetje in paniek dus week ik even van mijn principe af niet aan iemands werk te helpen. Eén meisje kwam zelf met de oplossing een heel vak zwart te maken. Dit heb ik niet goedgekeurd: een zwart vlak is geen patroon. Ook omdat anderen haar voorbeeld wilden volgen en ik voor nog meer geknoei vreesde, en minder creatieve tekeningen. Mensen waren inventief: kunnen letters ook een patroon zijn? Dat idee heb ik aangemoedigd en uitgelegd dat letters ook decoratief kunnen zijn. Afsluiting van de les: 10 minuten van te voren liet ik beginnen met opruimen. Ik wees 2 „supervisors‟ aan die er op moesten toezien dat alles schoon en opgeruimd werd. Voordat er mocht worden begonnen met schoonmaken moest iedereen van mij zitten en legde ik heel duidelijk de volgorde uit: éérst de dop op het potje en de pen afvegen (niet afspoelen, dan gaat „ie roesten), dan potje en pen naar mij brengen. Dán pas tekening in de kast en dán tafel afvegen. Daarna zitten en wachten op de ble, pas weg als ik het aangaf. Dit werd een beetje chaotisch en uiteraard deden mensen dit in de verkeerde volgorde: tafel afvegen als de tekening er nog ligt, etc. Toch zaten ze allemaal wonderbaarlijk snel mét spic-en-span schone tafels 2 minuten voor de bel weer op hun plek, verwachtingsvol mij aankijkend. Ik was een beetje verbouwereerd dat ‟t zo snel en makkelijk ging. Conclusie: ik moet echt aan mijn stem werken, ik heb moeite de aandacht te trekken in een rumoerige klas en boven het lawaai uit te komen. Ik was stikzenuwachtig van te voren maar na de uitleg verdween dat helemaal en voelde ik me heel relaxed de rest van de les. Ik had zelf het gevoel de uitleg, die ik uit mijn hoofd had geleerd ondanks een spiekbrief van 1 a4tje bij me, nogal afraffelde om alles maar zo snel mogelijk te vertellen voor ik weer vergat wat ik allemaal wou zeggen. Maar de docente vond dat ik kalm en duidelijk overkwam. Zo ervoer ik het zelf niet, misschien door de zenuwen, maar ik was blij dat te horen. De rest van haar observatieverslag zit achterin bij de bijlages. Vwo3, CKV3 Ik heb even rustig voorin de klas aan ‟t bureau gezeten en de vorige uren herdacht, ik was erg moe, puur alleen van de zenuwen. Ook heb ik dit uur mijn eigen les besproken met de docente terwijl de klas rustig ana het werk was. Maandag 21 April Havo2, CKV3 (blokuur) Wat een zootje weer, eerlijk gezegd was ik blij deze klas voor ‟t laatste te zien want dit werd m‟n laatste week. Er werden beoordeelde werkstukken teruggegeven van een opdracht die gemaakt was voor ik daar stage kwam lopen. Binnen no time lagen enkele werkstukken, een houten mannetje, in losse onderdelen uit elkaar en werd er een gooi-gevecht mee gehouden. Door de makers zelf. Hebben ze dan geen respect voor iets wat ze zelf gemaakt hebben, willen ze dat niet bewaren? Ik kan daar met mijn hoofd niet bij. Ik denk dat het ongeveer zo gaat: de leerlingen vinden het vak niet leuk (door wat voor oorzaak? Misschien geen leuke docente? Geen leuke opdrachten?)  hierdoor doen ze ook hun best niet voor een vak  maken werkstukken waar ze zelf niet tevreden over zijn  en dus geen behoefte het te bewaren. Ik vond ‟t verschrikkelijk, kon mijn ergernis nauwelijks verbergen. Ook nog een ander leuk voorval: 2 erg verlegen stille meisjes zitten naast elkaar, ik was het linker meisje iets aan het uitleggen. Plots komt de grootste stoerste oproerkraaier van de klas naar het rechtermeisje toe en bijt haar toe “over ‟t vorige uur… als je het nog één keer beter durft te weten dan ik midden in de klas, waardoor ik voor paal sta, dan sla ik je na de les in elkaar!” en weg zat ze alweer terug op haar plaats. Onder mijn neus! Het aangesproken

meisje reageerde niet en werkte gewoon door. Ik was vooral erg verbaasd. Ik twijfelde om de „oproerkraaier‟ terug te roepen en aan te spreken, maar deed dit uiteindelijk niet omdat ik vermoedde dat ze het niet zomaar toevallig deed terwijl ik daar stond. Ze had al vaker geprobeerd mij uit te lokken tot confrontaties, om zelf stoer gevonden te worden in de klas. Ook vermoedde ik dat als ik me ermee bemoeid had, het stille meisje dat in een volgend uur zou moeten ontgelden. Misschien moet je af en toe even de andere kant op kijken en het ze onderling uit laten vechten. Brugklas, CKV3 (blokuur) Rommelig uur waarbij oude opdrachten afgemaakt werden en aan nieuwe begonnen moest worden. Geen ideale klas maar vergeleken met Havo2 heel redelijk te doen. De docente maakt soms erg veel drukte om een vergeten boek of te laat ingeleverd werk maar mensen die elkaar openlijk in de klas zitten te treiteren negeert ze. Waardoor de klas dit ziet als geaccepteerd gedrag en er gewoon mee doorgaat. Ik wil niet al te veel kritiek hebben op deze docente maar ik ben het niet eens met haar methodes. Ik zou zelf prioriteiten op andere vlakken leggen (ik vind gedrag tov medeleerlingen belangrijker dan een vergeten boek) en veel coulanter zijn. Ik ging na afloop weer even koffiedrinken met de docente waarbij we de „probleemgevallen‟ van deze twee klassen even bespraken. Van enkele van de ergste zei zij eigenlijk, in iets minder directe bewoordingen “er komt toch niets van ze terecht”. Daar ben ik het niet mee eens. Ookal heb ik van die paar gevallen niets dan last gehad, toch denk ik dat van iedereen iets te maken valt. Als je zo iemand maar op de juiste manier stimuleert z‟n interesses te zoeken en ontwikkelen (en dat hoeft echt geen beeldende vorming te zijn) uiteindelijk iedereen wel een talent ergens voor blijkt te hebben. De docente zei dat ze ooit ook die positieve instelling had maar inmiddels anders heeft geleerd door jaren praktijkervaring. Geen van de andere docentes waar ik stage loop denkt er zo over, die zijn allen erg positief ingesteld. Ik weet niet hoe deze docente is bij leuke, meewerkende klassen, misschien gedraagt ze zich dan anders tegenover de leerlingen, dus ik wil geen oordeel geven. Woensdag 23 April Atheneum3, beeldende vorming (blokuur) Zelfportretten verven. Ik heb vooral erg veel kunnen uitleggen over kleur mengen, schaduw maken, meer detail in een gezicht aanbrengen. Bij enkelen die dachten al „klaar‟ te zijn gaf ik aanwijzingen hoe ze hun werk nog mooier konden maken. Prettige heel relaxte klas is dit! Vwo5, drama Er mocht nog even aan de eigen smartlappen gewerkt en geoefend worden (enkele groepjes op de gang, die wonderbaarlijk ook echt gingen oefenen zonder toezicht). Daarna moest de smartlap gezongen worden voor de rest van de klas. Dit leidde uiteraard tot veel hilariteit en rode koppen. Sommigen hadden een triangel gevonden om de zang mee te begeleiden. Eén groepje had een zeer creatieve songtekst geschreven over de onbeantwoorde liefde van een winterpeen aan een knolselderij. Een andere hilarische songtekst ging over iemand die z‟n gebroken hart beweende op het toilet. Genoeg creativiteit daar, maar de performances gingen schoorvoetend, half gemompeld en zeer hortend en stotend. Maar daar is drama dan ook voor, om ook aan de houding te werken. Brugklas, CKV3 (blokuur) eigen les Start les: eerst legde ik even kort de opdracht opnieuw uit. Daarna heb ik enkele punten opgemerkt qua creativiteit: een zwart vlak is geen patroon, rechte lijntjes en ruitjes vind ik niet zo origineel. Ook merkte ik nog even wat op over het voorkomen van een druipende pen en vlekken. Hierna gaf ik aan dat als iemand klaar is, hij eerst naar mij toe moest komen om z‟n tekening te laten zien, daarna naar hun eigen docente achterin de klas om van haar te horen wat de reguliere opdracht is. Ze zou dus met iedere leerling even individueel bespreken wat ze voor haar opdracht moeten doen. Pas toen dat allemaal uitgelegd was liet ik weer blaadjes uitdelen, pen en inkt pakken en de tekeningen uit een kast halen. Dit ging nogal wat

rommeliger dan de vorige keer, ze waren een beetje overenthousiast. Vervolgens bedacht ik zelf dat ik vergeten had te zeggen dat ik ze er ook een SO-cijfer voor ging geven en moest ik dit door de klas heen toeteren, boven het rumoer uit. Vervolg les: ik heb gewoon mijn rondjes gemaakt, geprobeerd bij iedereen evenveel langs te lopen en creatieve aanwijzingen te geven om verder te werken. Dat ging allemaal wel best en rustig, net zoals ik bij alle andere lessen steeds deed. Het ging een beetje fout toen er mensen klaar waren en rond gingen lopen, opruimen en andere dingen doen toen de rest nog rustig probeerde te werken. Sommigen gingen helemaal niet aan de gewone opdracht verder en de rest vervelen omdat ze blijkbaar het idee hadden dat ze „klaar‟ waren. Dat je als mijn opdracht af was naar de docente moest voor de volgende was niet helemaal blijven hangen bij sommigen. Ik had zelf eigenlijk gepland de tekeningen meteen na te kijken en te becijferen, en de cijfers meteen aan het einde van de les te geven. Als iedereen rustig op z‟n plek zou zitten werken was dat ook mogelijk geweest. Maar nu moest ik steeds orde gaan houden en mensen terecht wijzen waardoor ik een beetje rommelig van alles tegelijk deed. Afsluiting les: dit ging net als de vorige keer, op tijd klaar, keurig! Hoewel ik sommige mensen wel meerdere malen moest verzoeken om hun tafel schoon te maken, terwijl iemand anders uit zichzelf krukken op tafels ging zetten (dat had ik niet gevraagd en was ook niet nodig, dus hoe ze daarbij kwamen….) Enkelen die hun inkt-tekening pas vlak voor het einde af hadden, of niet, beloofde ik na mijn laatste uur nog te becijferen, dus mochten ze terugkomen om die te horen. Beoordeling van de opdracht (tijdens de les): eigenlijk zou ik liever werk in alle rust beoordelen zonder ongeduldige leerlingen eromheen die ‟t cijfer meteen willen weten. Dan zou ik eerste bepalen wat ik als laagste en hoogste cijfer zou geven en de slechtste en de beste tekening het eerste beoordelen. Aan de hand daarvan kan alles wat daartussen zit becijfert worden, zodat de norm over de hele klas gelijk is. In dit geval had ik voor mezelf besloten: niet onder de 5,5, want het is een vrije opdracht die niet zwaar meetelt en voor een eerste keer wil ik niet meteen streng onvoldoende gaan uitdelen. En niet boven de 9,5, want er zaten prachtige tekeningen bij maar het kan altijd beter. Punten waar ik naar gekeken heb: - Originaliteit - Inzet (als de boel een beetje ongeïntresseerd volgekrast is punt eraf, voor prachtig preciezie werk punt erbij) - Aantal patronen (ik had minimaal 10 gevraagd. In 2 lessen lijkt me dat makkelijk te doen. Zo leren ze ook plannen en niet eindeloos met één hokje bezig te zijn. Ik had dat aantal blijkbaar goed ingeschat want na de 1 e les hadden de meesten er 5 en een half blaadje vol) - Netheid Vwo3, beeldende vorming Rustig uurtje afkoelen. Ze gaan meteen aan ‟t werk, ruimen een paar minuten voor de bel uit zichzelf alles weer op, hebben bijna nergens hulp nodig, doen gewoon gezellig en hangen over het algemeen de voorbeeldige klas uit. Tsja. Totaal aantal meegelopen lesuren, inclusief eigen les, theorielessen en ander vak: 61

Leerling- en huiswerkbegeleiding Vaak bleven één of meerdere docenten beeldend na de lessen nog langer doorwerken om te beoordelen en lessen voor te bereiden, of met elkaar te bespreken. Was dit het geval dan mochten leerlingen in één lokaal dat daarvoor werd aangewezen aan opdrachten doorwerken en zonodig om hulp vragen. Eindexamenleerlingen mochten soms ook zonder toezicht doorwerken. Er mocht dan gewoon van de lesmaterialen gebruik gemaakt worden zoals verf. Bijna iedere dag werd hier ook gebruik van gemaakt, vooral door bovenbouwleerlingen die plezier hebben in de beeldende vakken en overwogen misschien kunstacademie te gaan doen. Ik vind deze regeling erg goed, op mijn eigen oude middelbare school kon zoiets niet. Als je dan iets in de les niet af had moest het thuis en waar je verf etc. vandaan haalde was je eigen probleem. Er is ook een studiecentrum met toezichthouders waar huiswerk gemaakt kan worden en om hulp gevraagd. Voor strafklanten was dit verplicht, mensen die moesten nakomen moesten een stempelkaart laten aftekenen dat ze ook echt geweest waren. Toevallig is een vriendin van mij onderwijsassistente op de Spieringshoek en mijn stagedag Woensdag is haar vaste dag als toezichthouder in het studiecentrum. Ik ben iedere week als ik klaar was met de lessen even bij haar gaan zitten en dus goed gekeken hoe het er daar aan toe ging. Praten was absoluut verboden. Mijn vriendin en ik fluisterden ook alleen met elkaar. Eén persoon per tafel, hoewel er aan zo‟n tafel plek is voor 4 of 5. Pas als alle tafeltjes bezet waren 2 personen aan een tafel en dan diagonaal ten opzichte van elkaar, niet direct naast of tegenover elkaar. Voller dan dat was het bijna nooit, want bijna niemand ging daar vrijwillig z‟n huiswerk zitten maken, alleen de verplichte strafklanten maakten er gebruik van. (móesten er gebruik van maken dus). Ook dit vind ik een goede regeling: op mijn eigen oude middelbare school was zoiets niet en als een docent daar nablijven als straf gaf was hij of zij vervolgens gedwongen zelf ook „na te blijven‟. Wel was er op mijn eigen oude school een huiswerkbegeleidingsklas, waar ik zelf de hele onderbouw gebruik van heb gemaakt. Je moest je daar voor het begin van het jaar voor inschrijven en f15,- per maand betalen, contant aan de docenten. Op komen dagen was dan dus ook verplicht. Iets dergelijks probeerden ze nu op de Spieringshoek op te starten, er was net een nieuwe medewerker voor aangenomen. Ik hoorde echter via mijn vriendin dat dit nog niet zo lekker liep. Opstartproblemen, zogezegd. De nieuwe medewerker overlegde niet goed met collega‟s, vaak was erg onduidelijk waar ze met haar huiswerkklas was gaan zitten, want een vaste ruimte was er nog niet voor aangewezen, en dan was de huiswerkklas “kwijt”. Ik begrijp niet waarom zoiets zo moeilijk moet zijn, het is toch heel eenvoudig?

Observatie buiten de lessen Aula, kantine: Ik heb niet heel veel in de kantine en op het schoolplein geobserveerd. Wat me wel opviel toen ik kwam kennismaken was dat de aula er zo schoon uitzag. Nergens was ook maar één propje te zien. Later kwam ik erachter hoe ze dat deden: in iedere pauze was vast wel een baldadige leerling die iets uithaalde. De concierges pikten er iedere pauze wel een paar uit en lieten die vervolgens de aula opruimen. Een handige manier om orde te houden tijdens de pauze‟s en meteen hulp te hebben voor de concierges (ik weet nog wat voor een onmogelijke zwijnestal mijn eigen school was na een pauze, je stond aan je enkels in de melkpakjes) nadeel was wel dat er bij veel lessen leerlingen 5 of 10 minuten later binnenkwamen, vaak net na de uitleg van een opdracht. Dit ondervond ik zelf meteen bij mijn eigen eerste les, toen ik de opdracht voor een tweede keer kon uitleggen aan de corvee-klanten. Docentenkamer: Ik had verwacht dat de docenten per sectie bij elkaar zouden gaan zitten: wiskunde samen aan één tafel, etc. Alles zat echter door elkaar, mijn collega‟s beeldend gingen steeds weer ergens anders zitten. Ik dus ook en zo sprak ik ook met docenten Frans, Nederlands, Aardrijkskunde en Engels. Ik heb ze allen vooral gevraagd hoe lang ze al les geven, waar ze hebben gestudeerd, waarom en waar ze eerder gewerkt hebben. Maar ik herinner me een docente Frans die heel negatief sprak over leerlingen. “het waren allemaal rotzakjes met kwaad in de zin, en de ouders waren al niet veel beter” was haar boodschap. Is dat nu een boodschap om aan een verse stagiaire door te geven, die net om de hoek komt kijken?

Interview met Jetske van den Burger (geeft CKV 1, 2 en 3, waarvan drama een onderdeel is) 1. Wat voor opleiding heb je hiervoor gedaan en waarom heb je voor dit beroep gekozen? De ND-opleiding, dat is nijverheidsakte-D, de voorloper van de huidige opleiding docent beeldend. Ik ben afgestudeerd in 1975, met 3e graads. Daarbij had ik eigenlijk alleen heel veel tekenen en stof-versieren, zo heette dat vak. Geen lessen als boetseren etc. Stofversieren werd later „textiele werkvormen‟, wat breder, er kwam kleding en textiel verwerken bij. Na mijn afstuderen ging ik les geven op een LH, wat tegenwoordig VMBO is. Door fusies en inkrimpen van banen raakte ik mijn baan kwijt en ging ik hier op deze middelbare school werken. Omdat ik alleen 3e graads had en je daar eigenlijk 2e graads voor nodig had ben ik de deeltijd opleiding voor docent beeldend gaan doen op de kunstacademie van Rotterdam (die heette toen nog geen Willem de Kooningacademie) daar ben ik in 1996 afgestudeerd. Daarna heb ik nog diverse cursussen gedaan, zoals voor drama en muziek. Ik koos voor dit beroep omdat ik graag creatief bezig ben. Eigenlijk ging ik vooral voor het creatieve en zag ik het onderwijs niet zo zitten, maar in de loot van de tijd ben ik een enorm onderwijsdier geworden en werd les geven juist mijn ding. 2. Wat is je visie op beeldende kunst, en specifiek: de rol van beeldende kunst binnen het onderwijs? Doordat de leerlingen bezig zijn met beeldende kunst verruimen ze hun blik. Ze leren creatief denken wat op veel gebieden later handig kan zijn. Dor te leren over het creatieve proces van anderen, zoals bij CKV1, verleggen ze hun grenzen. Je stiumuleert een ander dele van het brein dan alleen het zakelijke of technische zoals bij andere vakken, wat nodig is want een leerling is veel meer dan alleen dat. Over kunst leren en ermee bezig zijn geeft een bredere kijk op de wereld. Het draagt bij aan de bagage die iemand meedraagt. Ik zie ook dat het leerlingen veel plezier geeft om met iets anders bezig te zijn. Er is zoveel aan beeldende kunst om je heen in de wereld (reclame, films, videoclips, etc.) door ze daarop te wijzen open je ze de ogen en krijgen ze intresse in beeldende kunst. 3. Hoe kan beeldende kunst interessant zijn voor jongeren of hoe zou je de kunsten het beste aan jongeren kunnen overbrengen? Met enthousiasme. En door bruggetjes te leggen van hun belevingswereld naar de grote kunsten. 4. Hoort daar ook drama bij? En muziek? Ja, dat is een verrijking op CKV. Het maakt de kijk op en kennis van kunst nog breder. Dat merkte ik ook aan mezelf na de cursussen drama en muziek: mijn eigen visie werd verbreed, ik leerde over disciplines waar ik nog niets van wist. 5. Vind je beeldende kunst als vak belangrijk binnen het middelbaar onderwijs of is het meer ‘leuk voor erbij’? Heel belangrijk voor iemands totale ontwikkeling. Omdat een leerling meer is dan alleen technische en zakelijke vaardigheden en ook creativiteit tot ontplooing moet komen omdat je dat net zo nodig hebt. (zie verder antwoord bij vraag 2) 6. hoe zou je kunst- en cultuurgeschiedenis interessant kunnen maken voor een hedendaagse puber, die misschien liever met andere dingen bezig is? Door een relatie te leggen van praktijk naar theorie en ze het nut van het vak in te laten zien. Bij de lessen drama is het bijvoorbeeld goed om te leren in een groep samen te werken. En juist voor heel stille leerlingen is het goed om expressie te tonen, bijvoorbeeld voor een presentatie in het bedrijfsleven of sollicitatie. Het is ook goed om eens met iets anders bezig te zijn, en eigenlijk vindt iedere leerling dat al wel en hoef je ze niet nog meer erbij te betrekken.

7. Als je iemand in je les hebt die écht geen zin heeft in het vak beeldend, hoe los je dat op, hoe ga je daarmee om of hoe betrek je die persoon toch bij de les? Of laat je het zo onder het mom ‘als ze niet willen, laat dan maar waaien’? Dan maakte „ie maar zin. Maar het geen zin hebben valt mee, de meeste leerlingen willen bij dit vak wel. Als ze geen zin hebben ligt het vaak aan een gebrek aan zelfvertrouwen. Bij sommige leerlingen wordt van jongs af aan alles wat ze mee naar huis nemen aan tekeningen etc. bewonderd en thuis opgehangen, bij anderen verdwijnt het direct in de prullenbak en hebben de ouders geen interesse. Dat soort leerlingen moet je zelfvertrouwen geven en ze stimuleren om te ontdekken dat ze wél wat kunnen. Als ze beginnen blijkt bijna altijd dat ze meer kunnen dan ze zelf denken. Je moet ze stimuleren in hun grenzen ontdekken en daarin begeleiden. Als een leerling dan nóg niet wil kun je het gesprek met ze aangaan en ze direct zeggen: „dit ontwikkelt andere kwaliteiten van jou, je bent meer dan je denkt‟. Stimuleer ze altijd in het creatief leren denken. 8. Als er iemand in je lessen is die uitzonderlijk veel talent heeft, geef je degene dan extra aandacht of anders een andere behandeling dan de rest (zoals strenger beoordelen of extra motiveren) of maak je geen verschil met de overige leerlingen? Daar moet ruimte voor zijn maar het hangt van de leerling af. Sommigen zoeken heel zelfstandig hun eigen weg. Als het kan geef ik ze extra speelruimte (bijvoorbeeld door ander materiaal of ander formaat papier) als ze dat aankunnen. Maar je moet wel eisen blijven stellen, ook als ze iets heel anders gaan doen dan de opdracht is. Iets anders doen is in principe goed om de eigen grenzen te verleggen. Soms ben ik strenger voor zulke leerlingen, met beoordelen bijvoorbeeld, juist om hun grenzen te verleggen, maar je moet ze niet ontmoedigen. (voorbeeld: de opdracht was een landschap schilderen. Een meisje dat graag kunstacademie wil doen en veel talent heeft mocht op een groter formaat werken. Ze ging echter heel vrij een blad vol groene krullen maken waar geen landschap in te herkennen was.Het resultaat was mooi, maar omdat ze zich niet aan de opdracht hield werd ze toch strenger beoordeeld en kreeg een ander cijfer dan waar ze op hoopte (7 ipv8) 9. Wat doe je in de les met ordeverstoorders? Beeldende vakken lenen zich wat meer om leerlingen ‘vrij te laten’ en wat minder orde te hebben dan theorievakken. Laat je dit dan ook toe of is het net zo hard en gedisciplineerd werken als bijvoorbeeld tijdens Frans? En waar ligt de grens tussen wat meer vrijheid en er een feest-uur van maken dan? Het ligt aan de situatie. Soms neem je leerlingen op de gang om daar met ze te praten, soms geef je het door aan een mentor of afdelingsleider. Hetzelfde geld voor pesten: eerst met leerlingen zelf praten en proberen het onderling op te lossen. Voor ordeverstoorders: eerst waarschuwen, dan apart zetten in de les. Dan zitten ze al te kijk voor de rest en houden ze meestal wel op.Gaan ze nog door kun je ze op de gang zetten of eruit sturen, maar dat doe ik bijna nooit. Bij sommige klassen moet ik veel waarschuwen, bij sommige weinig.Vooral 2e en 3e klassen zijn lastig. Maar bij dit soort vakken is orde handhaven nu eenmaal lastiger dan theorievakken en het hangt ook van je eigen stemming af wat je doet. 10. Stel dat er een leerling is die veel problemen heeft, bijvoorbeeld met andere vakken of thuissituatie, maar waarvan blijkt dat degene zich in de vakken beeldend even kan uitleven en de problemen kan ‘vergeten’. Dan wordt het vak beeldend een soort creatieve therapie. Zou je hier extra aandacht aan besteden, door dit te motiveren bijvoorbeeld, of vind je dit jouw taak niet en zou je je er niet mee bemoeien? Moeilijk. Meestal vinden ze het fijner mee te doen met de groep, ze nemen niet graag een uitzonderingspositie in. Je kunt soepeler met ze zijn qua opdrachten maken en werk op tijd inleveren. Maar ik zie ze te weinig om met dit soort dingen in aanraking te komen, ze hebben mijn vakken maar 1 a 2 uur in de week. Maar leerlingen die extra tijd willen besteden aan beeldend geef ik de gelegenheid in hun tussenuren in lege lokalen te werken of na schooltijd.

Interview met Simone Dröge (geeft CKV 1,2 en 3, waarvan audiovisueel en film onderdeel uitmaken) 1. Wat voor opleiding heb je hiervoor gedaan en waarom heb je voor dit beroep gekozen? De docentenopleidimg op de Willem de Kooningacademie, en toen waren 1 e en 2e graads nog apart. Ik heb 1e graads gedaan en ben 5 jaar geleden afgestudeerd. Toen was alles daar nog heel anders dan nu: je werd veel vrijer gelaten en had les van echte kunstenaars die het les geven er een beetje bij deden, geen mensen die echt opgeleid zijn voor docent en full time les geven zoals nu. Ik had hele vage vrije opdrachten als „baken je territorium af op een beeldende manier‟. Ik wou eigenlijk advertising doen maar werd niet toegelaten omdat ze me te jong vonden. Voor de docentenopleiding hoefde je toen nog geen toelating te doen en ik wou dat als een soort opstapje gebruiken. Maar ik ben er blijven hangen en nooit meer begonnen aan advertising.

2. Wat is je visie op beeldende kunst en specifiek: de rol van beeldende kunst binnen het onderwijs? Kunst is op veel middelbare scholen een ondergeschoven kindje en dat is hier niet anders. Ik geef ook nog les op een andere school, een VMBO, en daar zijn ze veel vrijer met dit soort dingen. De leerlingen hebben daar bijvoorbeeld ook audiovisueel, waarbij ik ze klei-animaties laat maken. Ik vind kunst juist heel belangrijk, vooral op het VMBO, zodat leerlingen met andere dingen bezig zijn en zich creatief leren uiten. Maar dat doen ze op deze school ook wel, ondanks de strak gekaderde opdrachten hier.

3. Hoe kan beeldende kunst interessant zijn voor jongeren of hoe zou je de kunsten het beste aan jongeren kunnen overbrengen? De meesten vinden het sowieso intressant: ik hoor van bijna al mijn leerlingen dat ze het de leukste uren van de week vinden. Extra motiveren is niet nodig, ze zijn al enthousiast! Maar om het ook zo te houden: zoveel mogelijk alles praktisch houden en ze zo divers mogelijk laten werken met materialen en technieken. Probeer de link met hun belevingswereld te trekken. Alleen maar theorie is niet goed maar het hoort er wel bij.

4. Hoort daar ook drama bij? En muziek? Vind ik niet bij beeldend passen. Beeldend is al een ondergeschoven kindje en als je dat ook nog opdeelt met drama en muziek houd je helemaal niets over. Ze hebben vaak van die plannen om alles samen te laten werken en dan is het al gauw „we doen een theatervoorstelling en beeldend mag het decor maken‟. Daarbij gaat alle aandacht natuurlijk naar drama en muziek. Ik zou veel liever zien dat er hier ook les wordt gegeven in audiovisueel en webdesign, dat vind ik belangrijker, zeker in deze tijd. Op de andere school waar ik werk krijgen ze die vakken wel, waarbij ze bijvoorbeeld leren werken in photoshop en dreamweaver. Maar hier is daar geen praktische mogelijkheid voor, en de meeste docenten zijn al wat ouder en weten niet hoe er mee te werken. Drama en muziek staan te ver af van de beeldende kunst, maar het maakt in de bovenbouw hier wel onderdeel uit van CKV. Maar ik zeg niet dat dat verkeerd is, het is goed om leerlingen kennis te laten maken met álle kunstdisciplines! We verdelen hier de kunstdisciplines onder in 6 en proberen alles evenveel aan bod te laten komen: beeldend, literatuur, dans, drama, muziek en film.

5. vind je beeldende kunst als vak belangrijk binnen het middelbaar onderwijs of is het meer ‘leuk voor erbij’? zie antwoord vraag 2

6. hoe zou je kunst- en cultuurgeschiedenis interessant kunnen maken voor een hedendaagse puber, die misschien liever met andere dingen bezig is? Zie antwoord vraag 3

7. als je iemand in je les hebt die écht geen zin heeft in het vak beeldend, hoe los je dat op, hoe ga je daarmee om of hoe betrek je die persoon toch bij de les? Of laat je het zo onder het mom ‘als ze niet willen, laat dan maar waaien’? je moet ze een duidelijke deadline geven: het moet gewoon af, net als bij elk ander vak. Probeer het eerst op de leuke manier, gaat dat niet dan op de niet leuke manier. Duidelijk zijn! Absoluut niet „laat maar waaien‟, maar de verantwoordelijkheid ligt wel altijd bij de leerling. Ze moeten leren plannen: als je deze les niks doet moet je volgende les harder werken. Vooral bij CKV1 waarbij ze voor langere tijd aan iets bezig zijn. Ik heb daar bijvoorbeeld een meisje dat iedere week weer zeurt dat ze het een rotvak vindt. Ik zeg gewoon tegen haar: doen, of je het nu leuk vindt of niet.

8. als er iemand in je lessen is die uitzonderlijk veel talent heeft, geef je degene dan extra aandacht of anders een andere behandeling dan de rest (zoals strenger beoordelen of extra motiveren) of maak je geen verschil met de overige leerlingen? Bij de onderbouw hebben ze erg vaste opdrachten en is er niet veel ruimte voor zoiets. Je kunt wel altijd iemand stimuleren meer er uit te halen, maar ik verdeel de aandacht gelijk over iedereen. Veel docenten denken dat iemand die veel talent heeft minder aandacht en woorden nodig heeft en ze vooral de minderen moeten stimuleren. Maar ook de heel goeden hebben juist een duwtje in de rug nodig, met een paar goed gekozen woorden kun je veel bereiken. In de bovenbouw kun je ze vrijer laten, maar niet té. In de onderbouw zijn ze er vaak nog niet aan toe vrij te worden gelaten en zou er juist niets uit hun handen komen als je dat doet, ze zijn nog niet zelfstandig genoeg om tot een geheel eigen product te komen.

9. wat doe je in de les met ordeverstoorders? Beeldende vakken lenen zich wat meer om leerlingen ‘vrij te laten’ en wat minder orde te hebben dan theorievakken. Laat je dit dan ook toe of is het net zo hard en gedisciplineerd werken als bijvoorbeeld tijdens Frans? En waar ligt de grens tussen wat meer vrijheid en er een feest-uur van maken dan? Moeilijk: je moet bij dit vak een soort georganiseerde chaos hebben, dat is nu eenmaal. Voor een buitenstaander kan het heel chaotisch lijken omdat iedereen door elkaar loopt en z‟n eigen ding doet maar dan hoeft zo‟n chaos nog niet verkeerd te zijn. De meeste leerlingen weten heel duidelijk wat wel en niet kan. Je moet eigenlijk altijd voordat er iets gebeurt al bedenken: wat doe ik bij die situatie, wat in zo‟n geval… altijd eerst een paar keer waarschuwen, maar het ligt aan wat ze doen, hoe vaak je waarschuwt voordat je wat

anders doet. Bij sommige dingen blijf je alleen maar eindeloos waarschuwen: iemand die steeds van z‟n stoel loopt maar verder niets fout doet, moet je die nou eruit gooien? Ik vind van niet. Dan kun je iemand op een andere plek zetten, dan pas eruit zetten, en dan nablijven. Maar ik hou het liever onderling, ik stuur nooit iemand naar een afdelingshoofd. Wat kan die er nu aan doen, en wat heeft de leerling daaraan? Liever laat ik ze nablijven, daar leren ze nog wat van. Als beginnend docent moet je ze streng aanpakken om te laten zien dat ze niet met je kunnen sollen, laten kun je dat wat laten verslappen, langzaam. Bij sommige lessen mogen ze bij mij echt niet praten, zoals model of stilleven tekenen omdat je daar concentratie bij nodig hebt. Maar bij andere dingen vind ik praten en lopen niet erg. Soms stel ik het 1e kwartier van een les doodse stilte in, om ze rustig te krijgen, en laat daarna de teugels vieren.

10. stel dat er een leerling is die veel problemen heeft, bijvoorbeeld met andere vakken of thuissituatie, maar waarvan blijkt dat degene zich in de vakken beeldend even kan uitleven en de problemen kan ‘vergeten’. Dan wordt het vak beeldend een soort creatieve therapie. Zou je hier extra aandacht aan besteden, door dit te motiveren bijvoorbeeld, of vind je dit jouw taak niet en zou je je er niet mee bemoeien? Hoe lager het niveau, hoe meer problemen vaak. Dat zie ik vooral bij de VMBO-school waar ik ook werk. De meeste leerlingen vinden dit vak erg leuk en zijn zelfs teleurgesteld als een les niet door gaat. Maar je bent geen psycholoog, therapeut of maatschappelijk werker. Bied altijd een luisterend oor, maar meer kun je er als docent niet mee doen. Hou er rekening mee maar trek je grenzen: soms moet je gewoon die rottige docent blijven die zegt „jammer, maar niet mijn zaak, en nu je werk‟. Vaak wordt ookal van hogeraf bepaald wat er met dit soort gevallen moet gebeuren, en beeldend is geen creatieve therapie, daar zijn andere mensen voor. Ik heb vaak genoeg leerlingen gehad die me alles vertelden, dat ik met ze mee zat te huilen en mee zat te leven. Maar ik probeer geen problemen op te lossen en neem het niet mee naar huis: ik loop naar huis en zet het uit m‟n hoofd. Eraan blijven denken en te veel mee bezig zijn heeft geen zin, heeft niemand wat aan.

Plaats van de vakken beeldend binnen de school De docenten waar ik stage liep klaagden veel dat de school de vakken beeldend als „ondergeschoven kindje‟ ziet. Toch vond ik zelf, voor de korte periode dat ik er was, dat er weldegelijk aandacht aan die vakken werd besteed van de school uit. Als vergelijkingsmateriaal heb ik alleen mijn eigen oude middelbare school, maar van wat ik me herinner kregen de vakken beeldend daar minder aandacht. Zo werd er op Spieringshoek een eindexamententoonstelling georganiseerd, elke leerling die CKV als examenvak had gekozen moest een collectie maken van zowel 2d als 3d werk. Op mijn eigen oude school had ik wel CKV in mijn vakkenpakket, maar ik kan me er geen examens over herinneren, laat staan een tentoonstelling. Ook waren er plannen tegen het einde van dit schooljaar voor een grote verbouwing om alle lokalen beeldend te vernieuwen en meer ruimte te geven. Zou de school dat ook doen als ze niets om beeldend gaven? Wel werd recent de beslissing genomen dat CKV niet meer voor álle bovenbouw leerlingen te kiezen is, waardoor veel leerlingen met een exact vakkenpakket niets meer met hun beeldende talenten kunnen doen. Hier heeft de sectie beeldend een brief over geschreven aan het schoolbestuur, welke ik heb bijgevoegd in de bijlages.

Conclusie, eind April 2008 Ik ben heel wat zelfverzekerder uit deze stage gekomen dan ik erin ging. Vooral zelf les geven was een goede leerschool. De eerste les stond ik nog erg onzeker voor de klas, maar de tweede les was er (voor een toeschouwer althans) van onzekerheid al bijna niets meer te merken. Natuurlijk is het nog een beteje zweten en ik heb érg vaak met mijn mond vol tanden gestaan bij bepaalde situaties, maar ik denk nu dat ervaring gewoon moet groeien, dat soort dingen verdwijnen met de tijd. Ik pak nog even de verbeterpunten erbij:  Zelfverzekerdheid opbouwen/ onzekerheid wegwerken. Dat is gelukt, of in ieder geval ben ik er hard aan bezig. Die onzekerheid was na twee lessen al weg. De zelfverzekerdheid… wel, die komt ervoor in de plaats. Maar dat gaat niet in één keer, bij een volgende stage gaat het vast weer wat stapjes beter. 

Hoe kweek ik gezag? Eigenlijk weet ik dat nog steeds niet want ik heb regelmatig stiuaties gehad waarin ik niet de overhand had en ik heb nu nog steeds geen antwoorden gevonden op hoe ik in de toekomst in zulke situaties moet reageren. Bij een rumoerige volle klas waar ik iets aan wil uitleggen, kom ik gewoon niet boven het lawaai uit om de aandacht te trekken. Heel hard schreeuwen helpt niet, dat kan ik blijkbaar niet. Het valt niemand op dat ik de longen uit mijn lijf blaas, boven 30 mensen uit. Misschien kan ik als nieuw verbeterpunt aangeven: stem oefenen!



Hoe leer ik omgaan met lastige situaties? Ook daar heb ik nog steeds geen antwoord op. Als ik een aantal keer aan iemand die onnodig door de klas loopt vraag of hij wil gaan zitten en hij doet het niet, dan weet ik al niet meer wat ik moet doen. Iets anders dan eindeloos vragen kan ik toch ook niet? En als ze gewoon niet luisteren en door blijven gaan? Dat heb ik een paar keer gehad. Niemand kon me er antwoord op geven, elke docent met wie ik dit besprak zei „gewoon blijven vragen, ze doen het wel‟. Ja, dacht ik, bij jou wel, maar bij mij niet, al vraag ik het 100 keer! Blijkbaar hebben ze bij mij door dat ik verder toch niets kan doen, als ze niet luisteren. Straal ik dan heel veel onzekerheid uit? Dit ligt eigenlijk in het verlengde van „hoe kweek ik gezag‟.

De onderzoeksvraag: “ben ik geschikt als docent?”. Ja, maar nu nog niet. Nog lang niet. Toch denk ik nu dat ik er ooit wel een kan worden. En als ik dat denk, heb ik dus vertrouwen in mezelf en is dus de onzekerheid weg. En juist daardoor, kan ik die vraag beantwoorden. Cirkeltje. Er moet nog aan een hoop dingen gewerkt worden (stem, autoriteit) maar het begin is er. In ieder geval: zolang een klas leuk mee doet, en er geen lastige situaties ontstaan, kan ik me uitstekend redden. Nu nog dealen met die lastige situaties.. en daarvoor is een stukje gezag nodig, dat er nog niet is. Het komt wel, ik heb er vertrouwen in. Nieuwe doelen:  Werken aan autoriteit  Werken aan verstaanbaarheid, aandacht trekken en vasthouden  Leren omgaan met weerbarstige leerlingen. Afgezien van al die onzekerheid, situaties en dingen waar ik tegenaan gelopen ben, heb ik een hele leuke stage gehad. Dit kwam mede door het enthousiasme van de docenten waar ik bij meeliep. Door hun zichtbare plezier voor het vak ging het ze gemakkelijk af om ook leerlingen enthousiast te maken. En doordat ze respect en begrip hadden voor de leerlingen, hadden die dat voor hen. Ik geloof erg in die wisselwerkingen. Doordat er dus ook veel enthousiaste leerlingen waren, was mijn stage nóg leuker. Dit zorgde er ook voor dat ik veel minder negatief ging denken over ik en voor de klas staan: het bleek allemaal helemaal niet zo erg te zijn als ik me had voorgesteld. Ik werd zelf ook enthousiast, maar dan voor het docentschap!

Bijlages  rooster. Ingekleurde vlakken zijn de lessen die ik bijwoonde.  Brief van de sectie beeldend aan het schoolbestuur (zie „plaats van de vakken beeldend binnen de school‟)  Voorbereiding voor mijn eigen les. Dit was het spiekbriefje dat ik bij me hield tijdens de uitleg van de opdracht.  Diverse opdrachten aan leerlingen die ik verzameld heb. Sommigen werden gegeven tijdens de lessen die ik bijwoonde. Ik heb ze bewaard als voorbeeld van hoe de sectie beeldend te werk gaat en misschien om later zelf in een les te gebruiken. o

Vragen die gezamenlijk gemaakt werden aan de hand van het lesboek tijdens theorielessen.

o

De opdrachten waar leerlingen in hun eindexamenjaar uit konden kiezen, om hun collectie te maken. Zoals te zien zijn het erg vrije opdrachtenm, soms niet meer dan één enkel woord, waarmee leerlingen alle kanten op kunnen en totaal hun eigen beeldende talenten kunnen laten zien.

 2 lesplanningen/ jaarroosters voor de sectie beeldend. Op beide is te zien dat er gewerkt wordt met thema‟s waarover meerdere opdrachten gegeven worden: op de 1e is „media‟ het thema, met opdrachten als een hoorspel maken, een filmpje maken, een scenario schrijven etc. op de 2e lesplanning, van welke ik een aantal lessen heb bijgewoond, is „het Bernini mysterie‟ het thema, waarbij erg wordt uitgewaaierd: uitstapjes naar de Grieken, iets over de schrijver, iets over drama en pathos, theorie over Barok, etc. o

De Ambigrammen hoorden bij het thema Bernini mysterie en werden uitgedeeld tijdens CKV2-lessen.

 Rest van de bijlages zijn formulieren die ingevuld moeten worden wanneer een film, theater- of dansvoorstelling of tentoonstelling is bezocht voor CKV1, en in een verslag daarover moeten komen.

View more...

Comments

Copyright © 2020 DOCSPIKE Inc.